FREQUENTE STREEKWOORDEN UIT DE LEVANT
(Syrië, Libanon, Jordanië, Palestina, Israël, Irak)
Tenzij anders vermeld komen de woorden in heel de Levant voor.
Functiewoorden (voegwoorden, voorzetsels, voornaamwoorden, uitroepen)
ايمتى أو ايمتا أو امتى als, wanneer 593
أف أوف oef, bah, foei
فين waar
وين waar
حتّى tot 467 لَحَتّى
حَدّ naast; (alleen) met 400
حدا حَدّ iemand 378
عاد zo, nu 260
شلون hoe (Irak)
مِشان أو مِنْشان om, zodat 933
عَشان أو عَلَشان omdat 933
أيش wat
شِنو wat (Irak)
شو wat 1165
فَدّ een, één (Irak)
قَديش أو قَديه hoeveel
لِمين van wie
ليش waarom
ليه waarom
مو niet
مِش أو مُش niet, geen
مِنو wie (Irak)
مال van, voor, over 599 (Irak)
هيدا deze, dit (mannelijk)
هيك deze, dit (vrouwelijk)
هاذ dit, deze (mannelijk)
هاي dit, deze (vrouwelijk)
هول deze (meervoud)
هَيدا deze, dit (mannelijk)
هَيدي deze, dit (vrouwelijk)
هيك nu, zoals dit
هَذاك die, dat 182
مين wie
نِحْنا wij
آني ik 226 (Irak)
هِن أو هِنه zij (meervoud) 952
ويا met (Irak)
werkwoorden (ook "zijn", afleidingen en modaliteiten van het werkwoord)
بِـ werkwoordelijk prefix imperfectum
عَم ( partikel voor de tegenwoordige tijd ”continuous”)
أكو er is 1536 (Irak)
شاكو أو شَكو is er? 1536 (Irak)
ماكو er is niet, geen 1536 (Irak)
بِدّ أو بَدّ wensen, behoeven
ماخِذ nemend 157
تَبَع van, behorend tot 381
مِتْجَوِّز getrouwd 395
حَكي spreken 1011
دارَ draaien
رادَ willen, nodig hebben (Irak)
سَكَّرَ sluiten 97
سَوَّى doen, maken 398
شـ prefix ww: wat (Irak) 1165
عَجَبَ behagen, verwonderen 773
جانَ zijn ( كان )
عارِف wetend 41
عطى geven 370
فيه er is, er zijn 355
معليش أو ملعش maak je geen zorgen
يِنْطي hij geeft, verschaft (Irak)
نَطَرَ toezien
هيا أو هيـ daar is hij, dat is het
bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden
أمبرح أو أمبرِح gisteren 706
بُكْرا أو بُكْرة morgen 457
باخِر أو باكِر morgen 457
بَرْضو أو بَرْدُه ook
بَسّ alleen maar, enkel
بَعد nog 424
بَعْدين later 424
بَلاش gratis بِبَلاش
بَلْكي misschien
جوّا binnenin, van binnen
خَلَص genoeg, O.K. 1349
خَلاص O.K. dat is het 1349
خوش goed, fijn, knap (Irak)
زيّ zoals, gelijk aan 720 زيّي zoals ik
زين goed, fijn 1338 (Irak)
شَوي een beetje 137
شقد أو شكد hoeveel (Irak)
قَديش أو قَديه hoeveel
عَشى hopelijk 1491 (enkel Irak en Golf)
دَخْلَك alstublieft 224
عُقْبال insgelijks, evenzo
كِلِّش أو كُبِّش veel, erg veel (Irak)
كَمان eveneens, bovendien
كُوَيِّس goed, leuk
لِسّة أو لِسَّه أو لِسّا nog
عاد zo 260
مِش أو مُش niet
مو niet
مَليح goed, leuk; wel 562
مَنيح goed, fijn 918
هال dit, deze
هالقد zoveel 1139
هَلا أو يالا welkom! 174
هَسا أو هَسه أو هَسة nu, dadelijk
هوايا veel (Irak)
هون hier
zelfstandige naamwoorden
حدا iemand 378
جيّ broer 155
جوز man, echtgenoot 395
جاهِل kind 731 (Irak)
جاج kippen 178
خيّ broer
هَلا ياَلا welkom 174
دَعْوى recht 689
زَلَمَه أو زَلَمي man, vent
سالِفة verhaal, babbel (Irak)
شَغْلة ding, zaak
عيلة familie ( 176 عول )
لَبَن yoghurt 1097
مَصاري geld 1233
نِفْس zin, goesting, verlangen
(Syrië, Libanon, Jordanië, Palestina, Israël, Irak)
Tenzij anders vermeld komen de woorden in heel de Levant voor.
Functiewoorden (voegwoorden, voorzetsels, voornaamwoorden, uitroepen)
ايمتى أو ايمتا أو امتى als, wanneer 593
أف أوف oef, bah, foei
فين waar
وين waar
حتّى tot 467 لَحَتّى
حَدّ naast; (alleen) met 400
حدا حَدّ iemand 378
عاد zo, nu 260
شلون hoe (Irak)
مِشان أو مِنْشان om, zodat 933
عَشان أو عَلَشان omdat 933
أيش wat
شِنو wat (Irak)
شو wat 1165
فَدّ een, één (Irak)
قَديش أو قَديه hoeveel
لِمين van wie
ليش waarom
ليه waarom
مو niet
مِش أو مُش niet, geen
مِنو wie (Irak)
مال van, voor, over 599 (Irak)
هيدا deze, dit (mannelijk)
هيك deze, dit (vrouwelijk)
هاذ dit, deze (mannelijk)
هاي dit, deze (vrouwelijk)
هول deze (meervoud)
هَيدا deze, dit (mannelijk)
هَيدي deze, dit (vrouwelijk)
هيك nu, zoals dit
هَذاك die, dat 182
مين wie
نِحْنا wij
آني ik 226 (Irak)
هِن أو هِنه zij (meervoud) 952
ويا met (Irak)
werkwoorden (ook "zijn", afleidingen en modaliteiten van het werkwoord)
بِـ werkwoordelijk prefix imperfectum
عَم ( partikel voor de tegenwoordige tijd ”continuous”)
أكو er is 1536 (Irak)
شاكو أو شَكو is er? 1536 (Irak)
ماكو er is niet, geen 1536 (Irak)
بِدّ أو بَدّ wensen, behoeven
ماخِذ nemend 157
تَبَع van, behorend tot 381
مِتْجَوِّز getrouwd 395
حَكي spreken 1011
دارَ draaien
رادَ willen, nodig hebben (Irak)
سَكَّرَ sluiten 97
سَوَّى doen, maken 398
شـ prefix ww: wat (Irak) 1165
عَجَبَ behagen, verwonderen 773
جانَ zijn ( كان )
عارِف wetend 41
عطى geven 370
فيه er is, er zijn 355
معليش أو ملعش maak je geen zorgen
يِنْطي hij geeft, verschaft (Irak)
نَطَرَ toezien
هيا أو هيـ daar is hij, dat is het
bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden
أمبرح أو أمبرِح gisteren 706
بُكْرا أو بُكْرة morgen 457
باخِر أو باكِر morgen 457
بَرْضو أو بَرْدُه ook
بَسّ alleen maar, enkel
بَعد nog 424
بَعْدين later 424
بَلاش gratis بِبَلاش
بَلْكي misschien
جوّا binnenin, van binnen
خَلَص genoeg, O.K. 1349
خَلاص O.K. dat is het 1349
خوش goed, fijn, knap (Irak)
زيّ zoals, gelijk aan 720 زيّي zoals ik
زين goed, fijn 1338 (Irak)
شَوي een beetje 137
شقد أو شكد hoeveel (Irak)
قَديش أو قَديه hoeveel
عَشى hopelijk 1491 (enkel Irak en Golf)
دَخْلَك alstublieft 224
عُقْبال insgelijks, evenzo
كِلِّش أو كُبِّش veel, erg veel (Irak)
كَمان eveneens, bovendien
كُوَيِّس goed, leuk
لِسّة أو لِسَّه أو لِسّا nog
عاد zo 260
مِش أو مُش niet
مو niet
مَليح goed, leuk; wel 562
مَنيح goed, fijn 918
هال dit, deze
هالقد zoveel 1139
هَلا أو يالا welkom! 174
هَسا أو هَسه أو هَسة nu, dadelijk
هوايا veel (Irak)
هون hier
zelfstandige naamwoorden
حدا iemand 378
جيّ broer 155
جوز man, echtgenoot 395
جاهِل kind 731 (Irak)
جاج kippen 178
خيّ broer
هَلا ياَلا welkom 174
دَعْوى recht 689
زَلَمَه أو زَلَمي man, vent
سالِفة verhaal, babbel (Irak)
شَغْلة ding, zaak
عيلة familie ( 176 عول )
لَبَن yoghurt 1097
مَصاري geld 1233
نِفْس zin, goesting, verlangen