FREQUENTE STREEKWOORDEN UIT DE GOLF
( Koeweit, Qatar, Emiraten, Bahrein, Saudi-Arabië, Jemen, Oman). Indien het woord in maar enkele van die staten gebruikt wordt, staat dat aangegeven.
Functiewoorden
أوف أو أف oef, bah, foei
أيش وسش وِشّ wat
وين أو فين waar
هَذاك die, dat 182
عَشان أو عَلَشان omdat 933
شلون hoe? (Bahrein, Qatar)
شِنو wat
شو wat (Emiraten)
عَشان أو عَلَشان omdat 933
كَيل hoe (uitspraak: chyf)
ليش waarom
ليه waarom
مُب أو موب مو أو niet, geen
مِش أو مُش niet, geen
مِنو wie 367
مال van, voor, over 559
هال dit, deze
هاذ dit, deze (mannelijk)
هاي dit, deze (vrouwelijk)
هول deze (meervoud)
هَذول deze mv.
وِش أو ويش wat 1246
وين waar
Werkwoorden
ماخِذ nemend 157
أكو hier is 1536
شكو أو شاكو is er? 1536 Koeweit
ماكو er is geen 1536
دارَ draaien 4
رادَ wensen, nodig hebben
سَكَّرَ sluiten 97
سَوَّة doen, maken 398
سارَ gaan, stappen 282
عارِف wetend
عطى geven 370
فيه er is, er zijn 355
قَصَّرَ te kot schieten 225
جان zijn (uitspraak “chaan’)
نَطَرَ toezien
نطي geven
Bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden
انزين او نزين goed, O.K.
بَسّ alleen maar, enkel
بَعْد nog 424
بُكْرا أو بُكْرة morgen 457
باخِر أو باكِر morgen 457
بَلاش gratis بِبَلاش
الحين, دَحين, الحين ook, nu 347
خَلاص O.K. 1349
زين goed, fijn 1338
شوي een beetje 137
عَسى hopelijk 1491
غَلا lief, kostbaar, verfijnd 268
عاد zo, nu (“reeds” in het Irakees) 260
كِذي أو دِذي zo, op die manier 1266
كُلِّش أو كِلِّش veel
لِسّة أو لِسَّه أو لِسّا nog
واجِد veel, erg 278
اهلا أو بِاعلا welkom
هسة , هسه , هسا nu, onmiddellijk
Zelfstandige naamwoorden
جاهِل kind
ريل been 186
سالِفة babbel, verhaaltje
عيش rijst 85
عَيّل kind
وِدّ wens, verlangen 116
( Koeweit, Qatar, Emiraten, Bahrein, Saudi-Arabië, Jemen, Oman). Indien het woord in maar enkele van die staten gebruikt wordt, staat dat aangegeven.
Functiewoorden
أوف أو أف oef, bah, foei
أيش وسش وِشّ wat
وين أو فين waar
هَذاك die, dat 182
عَشان أو عَلَشان omdat 933
شلون hoe? (Bahrein, Qatar)
شِنو wat
شو wat (Emiraten)
عَشان أو عَلَشان omdat 933
كَيل hoe (uitspraak: chyf)
ليش waarom
ليه waarom
مُب أو موب مو أو niet, geen
مِش أو مُش niet, geen
مِنو wie 367
مال van, voor, over 559
هال dit, deze
هاذ dit, deze (mannelijk)
هاي dit, deze (vrouwelijk)
هول deze (meervoud)
هَذول deze mv.
وِش أو ويش wat 1246
وين waar
Werkwoorden
ماخِذ nemend 157
أكو hier is 1536
شكو أو شاكو is er? 1536 Koeweit
ماكو er is geen 1536
دارَ draaien 4
رادَ wensen, nodig hebben
سَكَّرَ sluiten 97
سَوَّة doen, maken 398
سارَ gaan, stappen 282
عارِف wetend
عطى geven 370
فيه er is, er zijn 355
قَصَّرَ te kot schieten 225
جان zijn (uitspraak “chaan’)
نَطَرَ toezien
نطي geven
Bijvoeglijke naamwoorden en bijwoorden
انزين او نزين goed, O.K.
بَسّ alleen maar, enkel
بَعْد nog 424
بُكْرا أو بُكْرة morgen 457
باخِر أو باكِر morgen 457
بَلاش gratis بِبَلاش
الحين, دَحين, الحين ook, nu 347
خَلاص O.K. 1349
زين goed, fijn 1338
شوي een beetje 137
عَسى hopelijk 1491
غَلا lief, kostbaar, verfijnd 268
عاد zo, nu (“reeds” in het Irakees) 260
كِذي أو دِذي zo, op die manier 1266
كُلِّش أو كِلِّش veel
لِسّة أو لِسَّه أو لِسّا nog
واجِد veel, erg 278
اهلا أو بِاعلا welkom
هسة , هسه , هسا nu, onmiddellijk
Zelfstandige naamwoorden
جاهِل kind
ريل been 186
سالِفة babbel, verhaaltje
عيش rijst 85
عَيّل kind
وِدّ wens, verlangen 116