998 جدو
We kennen al wortel 712 (جود) over “goed, kwaliteit”. Wortel 998 gaat over baten, wat helpt om kwaliteit te bereiken.
أجَدى baten, van nut zijn, helpen
جَدْوى nut, voordeel
Het heeft niet mogen baten / zijn verzoek is nutteloos / ik had veel baat bij mijn kennis van het Arabisch //
Marwa vond geen voordeel bij de voortzetting van het verhaal en dus beëindigde ze het gesprek met wat wollige uitspraken ( FDA 2266)
لم - طلب - بِ - لا - كون - لِ - علم - من - عرب //
وجد - مَرْوة - مرّ - حدث - نهو - كلم - عبر - غيم / غائم
Niet 781 / vragen 39 / met, door, bij 612 / neen, niet 821 / zijn 15 / aan, van, voor 767 / weten 44 / wie, uit, van 367 / Arabier 616 //
Vinden 278 / Marwa, eigennaam, naar een heuvel bij Mekka / (ver-)keer 108 / gebeuren, gesprek 188 / einde 111 / oversteken, uitdrukking 465 / wolk, wollig 646
لَم يُجْدِ
طَلَبُهُ بِلا جَدْوى
كانَ لي جَدْوىٌ مِن عِلْمِ العَرَبيّة
لَم تَجِد مَرْوةُ جَدْوى مِن الاِسْتِمْرارِ في الحَديثِ ، فَأنْهَت المُكالَمة بِعِبَراتِ غائمة
لم is de ontkenning “niet”, gevolgd door de verkorte vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd. Door لَمْ krijgt het werkwoord de betekenis van het verleden.
We kennen al wortel 712 (جود) over “goed, kwaliteit”. Wortel 998 gaat over baten, wat helpt om kwaliteit te bereiken.
أجَدى baten, van nut zijn, helpen
جَدْوى nut, voordeel
Het heeft niet mogen baten / zijn verzoek is nutteloos / ik had veel baat bij mijn kennis van het Arabisch //
Marwa vond geen voordeel bij de voortzetting van het verhaal en dus beëindigde ze het gesprek met wat wollige uitspraken ( FDA 2266)
لم - طلب - بِ - لا - كون - لِ - علم - من - عرب //
وجد - مَرْوة - مرّ - حدث - نهو - كلم - عبر - غيم / غائم
Niet 781 / vragen 39 / met, door, bij 612 / neen, niet 821 / zijn 15 / aan, van, voor 767 / weten 44 / wie, uit, van 367 / Arabier 616 //
Vinden 278 / Marwa, eigennaam, naar een heuvel bij Mekka / (ver-)keer 108 / gebeuren, gesprek 188 / einde 111 / oversteken, uitdrukking 465 / wolk, wollig 646
لَم يُجْدِ
طَلَبُهُ بِلا جَدْوى
كانَ لي جَدْوىٌ مِن عِلْمِ العَرَبيّة
لَم تَجِد مَرْوةُ جَدْوى مِن الاِسْتِمْرارِ في الحَديثِ ، فَأنْهَت المُكالَمة بِعِبَراتِ غائمة
لم is de ontkenning “niet”, gevolgd door de verkorte vorm van het werkwoord in de tegenwoordige tijd. Door لَمْ krijgt het werkwoord de betekenis van het verleden.