866 حطّ
Deze worstel heeft het over "neerkomen, landen", en dus ook over de plaats waar men landt na een tocht: het station.
حَطَّ plaatsen, zetten, neerkomen, landen
مَحَطّة station, centrale
Het vliegtuig kwam neer in een woonwijk / het station ligt aan de rand van de oude stad / je kan een douche nemen in het tankstation //
Morgen precies zal ik de check gaan innen, ik zet de duiten op de bank, en ik betaal tweehonderd af aan je moe ( FDA 1574)
طير - حيّ - في - سكن - وقع - حوف - مدن - قدم - مكن - ان - حمّ - وقد //
بُكْرَه - بقي - روح - صرف - شيك - فلس - بنك - ادي - امّ - ملئة -
Vliegen 40 / leven 359 / in, te, op 355 / wonen 10 / vallen, liggen 385 / rand 759 / stad 341 / aanbieden, oud 81 / kunnen 328 / dat, indien 165 / bad 840 / branden 402 //
Vroeg, morgen 457 / blijven, precies 287 / rust, weggaan 213 / check / geld 1492 / bank 1173 / uitvoeren 816 / moeder, vooraan 156 / honderd 832 /
حَطَّ الطائرةُ في حيّ سَكَنيّ
وَقَعَت المَحَطّةُ في حافةِ المَدينةِ القَديمة
يُمْكِنُكَ أن تَسْتَحِمَّ في مَحَطّة الوَقود
بُكرَه بَقى حأروحُ أصْرِفُ الشيك، أحَطُّ فُلوسً في البَنْك، وَ أدى لِأمَّتِكَ المئتين
قدم heeft vele betekenissen: aanbieden, maar ook “oud”, “voet”, “vooruitgang” ( 2e zin)
De laatste zin heeft veel kenmerken van het Egyptische dialect: بُكْرَه ، بَقي - حـ . De laatste werkwoordsvorm zou eigenlijk أُؤَدّي moeten zijn, ook dialectisch?
Deze worstel heeft het over "neerkomen, landen", en dus ook over de plaats waar men landt na een tocht: het station.
حَطَّ plaatsen, zetten, neerkomen, landen
مَحَطّة station, centrale
Het vliegtuig kwam neer in een woonwijk / het station ligt aan de rand van de oude stad / je kan een douche nemen in het tankstation //
Morgen precies zal ik de check gaan innen, ik zet de duiten op de bank, en ik betaal tweehonderd af aan je moe ( FDA 1574)
طير - حيّ - في - سكن - وقع - حوف - مدن - قدم - مكن - ان - حمّ - وقد //
بُكْرَه - بقي - روح - صرف - شيك - فلس - بنك - ادي - امّ - ملئة -
Vliegen 40 / leven 359 / in, te, op 355 / wonen 10 / vallen, liggen 385 / rand 759 / stad 341 / aanbieden, oud 81 / kunnen 328 / dat, indien 165 / bad 840 / branden 402 //
Vroeg, morgen 457 / blijven, precies 287 / rust, weggaan 213 / check / geld 1492 / bank 1173 / uitvoeren 816 / moeder, vooraan 156 / honderd 832 /
حَطَّ الطائرةُ في حيّ سَكَنيّ
وَقَعَت المَحَطّةُ في حافةِ المَدينةِ القَديمة
يُمْكِنُكَ أن تَسْتَحِمَّ في مَحَطّة الوَقود
بُكرَه بَقى حأروحُ أصْرِفُ الشيك، أحَطُّ فُلوسً في البَنْك، وَ أدى لِأمَّتِكَ المئتين
قدم heeft vele betekenissen: aanbieden, maar ook “oud”, “voet”, “vooruitgang” ( 2e zin)
De laatste zin heeft veel kenmerken van het Egyptische dialect: بُكْرَه ، بَقي - حـ . De laatste werkwoordsvorm zou eigenlijk أُؤَدّي moeten zijn, ook dialectisch?