8 سفر
Met deze wortel gaan we op safari, een woord uit de Oost-Afrikaanse taal Swahili, die veel invloed heeft ondergaan van het Arabisch. Allicht is dus “safari” via het Swahili uit het Arabisch in onze westerse talen gekomen.
سافَرَ reizen
أسْفَرَ resulteren, leiden
سَفَر - أسْفار reis, tocht
سَفارة أو سِفارة ambassade
سَفير - سُفَراء ambassadeur
De edelsteen saffier is in het A صَفير.
مُسافِر - مُسافِرون reiziger, passagier (act.deelwoord)
Jullie reizen met het vliegtuig; wij reizen per trein/ jouw paspoort is geldig/ het reisagentschap is dichtbij het gemeentehuis/ goede reis! //
De Palestijnen, waar ze ook zijn, beschouwen Amer als hun ambassadeur (FDA 1015)
طير - قطر - جوز - صلح - وكل - قرب - دور - بلد //
فلسطين - اين - عبر / اعْتَبَرَ - عامِر - ل
Vliegen 40 / trein 294 / toestaan 395 / deugen 377 / vertrouwen 118 / nabij 31 / draaien 4 / land 3 / goed 310 //
Palestijn 1112 / waar 462 / oversteken, beschouwen 465 / aan, van, voor 767
تُسافِرون بِالطائرةِ, نُسافِرُ بِالقِطار
جَوازُكِ سَفْرِ صالِحٌ
وَكالةُ الأسْفارِ قَريبةٌ مِن دارِ البَلَديّة
سَفْراً طَيّبا
الفِلَسْطينيّونُ أينَما هُم ، يَعْتَبِرون عامِرأً سفيراً لَهُم
Met deze wortel gaan we op safari, een woord uit de Oost-Afrikaanse taal Swahili, die veel invloed heeft ondergaan van het Arabisch. Allicht is dus “safari” via het Swahili uit het Arabisch in onze westerse talen gekomen.
سافَرَ reizen
أسْفَرَ resulteren, leiden
سَفَر - أسْفار reis, tocht
سَفارة أو سِفارة ambassade
سَفير - سُفَراء ambassadeur
De edelsteen saffier is in het A صَفير.
مُسافِر - مُسافِرون reiziger, passagier (act.deelwoord)
Jullie reizen met het vliegtuig; wij reizen per trein/ jouw paspoort is geldig/ het reisagentschap is dichtbij het gemeentehuis/ goede reis! //
De Palestijnen, waar ze ook zijn, beschouwen Amer als hun ambassadeur (FDA 1015)
طير - قطر - جوز - صلح - وكل - قرب - دور - بلد //
فلسطين - اين - عبر / اعْتَبَرَ - عامِر - ل
Vliegen 40 / trein 294 / toestaan 395 / deugen 377 / vertrouwen 118 / nabij 31 / draaien 4 / land 3 / goed 310 //
Palestijn 1112 / waar 462 / oversteken, beschouwen 465 / aan, van, voor 767
تُسافِرون بِالطائرةِ, نُسافِرُ بِالقِطار
جَوازُكِ سَفْرِ صالِحٌ
وَكالةُ الأسْفارِ قَريبةٌ مِن دارِ البَلَديّة
سَفْراً طَيّبا
الفِلَسْطينيّونُ أينَما هُم ، يَعْتَبِرون عامِرأً سفيراً لَهُم