798 وزع
Verdelen is de basisbetekenis van deze wortel.
وَزَّعَ verdelen, distribueren, verspreiden, bezorgen
تَوْزيع verdeling, distributie, verspreiding
مُوَزَّع verdeeld, verspreid
Het comité reikt de prijzen uit / de uitreiking van de diploma’s is altijd een ceremonie / de postbode was vroeger ook een sociaal werker / verdeel de winst onder de leden //
Zij hield van de armen en verdeelde kleding en eten onder de weeshuizen ( FDA 2701)
لجن - جوز - شهد - دوم - رسم - في - مضي - كون - برد - سعد - خدم - جمع - ربع - على - عضو //
حبّ - فقر - ثوب - طعم - يتم / مَيْتَم
Commissie 876 / toestaan, prijs 395 / getuigen 320 / duren 291 / tekenen, ceremonie 93 / in, te 355 / verleden 311 / zijn 15 / koude, post 88 / gelukkig, helpen 257 / bedienen 489 / samen 215 / winst 775 / op, over, bij 777 / lid 645 //
Liefde 67 / arm, behoeftig 387 / gewaad 1120 / restaurant 38 / wees, weeshuis 1272
يُوَزِّعُ اللَجْنة الجَوائزَ
تَوْزيعُ الشَهاداتِ دلئماً مَراسِمٌ
في الماضي كانَ مُوَزِّعُ البَريدِ مُساعِداً في الخِدْمةِ الأِجْتِماعيّة
وَزِّعْ الرِبْحَ على الأعْضاء
كانَت تُحِبُّ الفُقَراءَ وَ تُوَزِّعُ الثِيابَ وَ الطَعامَ عَلى المَياتِم
Even signaleren dat مُوَزَّع het passieve deelwoord (wat verspreid, gedeeld is) is van een werkwoord van de IIe stam, en مُوَزِّع het actieve deelwoord, hij die verdeelt, hier de postbode.
Verdelen is de basisbetekenis van deze wortel.
وَزَّعَ verdelen, distribueren, verspreiden, bezorgen
تَوْزيع verdeling, distributie, verspreiding
مُوَزَّع verdeeld, verspreid
Het comité reikt de prijzen uit / de uitreiking van de diploma’s is altijd een ceremonie / de postbode was vroeger ook een sociaal werker / verdeel de winst onder de leden //
Zij hield van de armen en verdeelde kleding en eten onder de weeshuizen ( FDA 2701)
لجن - جوز - شهد - دوم - رسم - في - مضي - كون - برد - سعد - خدم - جمع - ربع - على - عضو //
حبّ - فقر - ثوب - طعم - يتم / مَيْتَم
Commissie 876 / toestaan, prijs 395 / getuigen 320 / duren 291 / tekenen, ceremonie 93 / in, te 355 / verleden 311 / zijn 15 / koude, post 88 / gelukkig, helpen 257 / bedienen 489 / samen 215 / winst 775 / op, over, bij 777 / lid 645 //
Liefde 67 / arm, behoeftig 387 / gewaad 1120 / restaurant 38 / wees, weeshuis 1272
يُوَزِّعُ اللَجْنة الجَوائزَ
تَوْزيعُ الشَهاداتِ دلئماً مَراسِمٌ
في الماضي كانَ مُوَزِّعُ البَريدِ مُساعِداً في الخِدْمةِ الأِجْتِماعيّة
وَزِّعْ الرِبْحَ على الأعْضاء
كانَت تُحِبُّ الفُقَراءَ وَ تُوَزِّعُ الثِيابَ وَ الطَعامَ عَلى المَياتِم
Even signaleren dat مُوَزَّع het passieve deelwoord (wat verspreid, gedeeld is) is van een werkwoord van de IIe stam, en مُوَزِّع het actieve deelwoord, hij die verdeelt, hier de postbode.