772 فلح
“Ploegen” is de eerste betekenis, vandaar ook boer. Stam IV van het werkwoord (causatief) heeft dus de betekenis van “goed boeren”.
أفْلَحَ lukken, succes hebben
فَلاح boer, landbouwer
De boeren waren ontevreden en daarom demonstreerden ze / in de Nijldelta gedijt de teelt van katoen / de boer leeft dicht bij de natuur //
Hij zou willen dat hij maar een arme boer was die schapen hoedt, en brokken gerstebrood eet dat de vingertoppen van zijn vrouw bereid had ( FDA 3345)
كون - غير - رضي - ظهر - في - دِلْتا - نيل - زرع - قطن - عيش - قرب - من - طبع //
مني - لو - جرد - فقر - رعي - خرف - اكل - كسر / كِسْرة - شَعير - صنع - نمل / أنامِل - زوج
Zijn 15 / veranderen, on- 270 / rug, demonstreren 152 / in, te 355 / delta / Nijl / telen 545 / katoen 747 / leven 85 / nabij 31 / wie, uit, van 367 / natuur 205 //
Wensen 417 / als, indien 633 / krant, alleen maar 485 / arm, behoeftig 387 / bewaken 849 / herfst, schaap 949 / eten 2 / breken, kruimel 57 / gerst, gort / fabriceren 590 / mieren, vingertoppen 1419 / trouwen 54
كانَ الفَلاحونُ غَيرٌ راضينٍ و لِذَلِكَ تَظاهَروا
في دِلْتا النيلِ تُفْلِحُ زِراعة القُطْن
يَعيشُ الفَلاحُ قَريباً مِن الطَبيعة
تَمَنّى لَو كانَ مُجَرَّد فَلّاحٌ فَقيرٌ يَرْعى خُروفِ ، وَ يأكُلُ كِسْرةَ شَعيرِ تَصْنَعُها أنامِلُ زَوجَتِهِ
In DM-VP2, 7.3 staat toelichting voor de naamwoorden op –in, zoals راضٍ.
غَير met zijn aanvulling is toegelicht in dezelfde grammatica onder nummer 2.5.5.
“Ploegen” is de eerste betekenis, vandaar ook boer. Stam IV van het werkwoord (causatief) heeft dus de betekenis van “goed boeren”.
أفْلَحَ lukken, succes hebben
فَلاح boer, landbouwer
De boeren waren ontevreden en daarom demonstreerden ze / in de Nijldelta gedijt de teelt van katoen / de boer leeft dicht bij de natuur //
Hij zou willen dat hij maar een arme boer was die schapen hoedt, en brokken gerstebrood eet dat de vingertoppen van zijn vrouw bereid had ( FDA 3345)
كون - غير - رضي - ظهر - في - دِلْتا - نيل - زرع - قطن - عيش - قرب - من - طبع //
مني - لو - جرد - فقر - رعي - خرف - اكل - كسر / كِسْرة - شَعير - صنع - نمل / أنامِل - زوج
Zijn 15 / veranderen, on- 270 / rug, demonstreren 152 / in, te 355 / delta / Nijl / telen 545 / katoen 747 / leven 85 / nabij 31 / wie, uit, van 367 / natuur 205 //
Wensen 417 / als, indien 633 / krant, alleen maar 485 / arm, behoeftig 387 / bewaken 849 / herfst, schaap 949 / eten 2 / breken, kruimel 57 / gerst, gort / fabriceren 590 / mieren, vingertoppen 1419 / trouwen 54
كانَ الفَلاحونُ غَيرٌ راضينٍ و لِذَلِكَ تَظاهَروا
في دِلْتا النيلِ تُفْلِحُ زِراعة القُطْن
يَعيشُ الفَلاحُ قَريباً مِن الطَبيعة
تَمَنّى لَو كانَ مُجَرَّد فَلّاحٌ فَقيرٌ يَرْعى خُروفِ ، وَ يأكُلُ كِسْرةَ شَعيرِ تَصْنَعُها أنامِلُ زَوجَتِهِ
In DM-VP2, 7.3 staat toelichting voor de naamwoorden op –in, zoals راضٍ.
غَير met zijn aanvulling is toegelicht in dezelfde grammatica onder nummer 2.5.5.