760 صيد
Zowel jagen als vissen zit in de afleidingen van deze wortel.
صَيْد jacht, (vis)vangst
أصْطادَ jagen, vissen
Stam VIII van het werkwoord met assimilatie van de infix -ta- naar de zware ta.
Jagen is zijn passie / de zeevisserij in de Noordzee is intensief / mijn leven is eentonig: ik jaag op kippen, en de mannen houden me tegen ( de vos in de Kleine Prins) //
Hij werd een van hen... hij vertrekt met hen op jachtuitstappen, hij eet wat zij eten van de wonderlijke dieren uit de vallei
(FDA 2281)
هُيام - بحر - شمل - سمك - كثف - حيّ - رتب - إنّ - دجّ - رجل - منع - ثَعْلَب - امر - صغر //
صير - وحد - خرج - رحل - اكل - كون - ودي - عجب
Passie / zee 241 / bevatten, noorden 620 / vis 407 / intensief 879 / leven 359 / orde, monotoon 64 / dat, indien, voorwaar 165 / kip 178 / man 186 / verbieden 502 / vos / emir, zaak 87 / klein 185 //
Worden 249 / een, enig 264 / buitengaan 26 / vertrekken 305 / eten 2 / zijn 15 / dal 210 / wonder 773
ٌ
الصَيدُ هُيامُهُ
في بَحْرِ الشَمالِ صَيدُ السَمَكِ مُكَثَّفٌ
حَياتيُ رَتيبةٌ : إنَّني أصْطادُ الدَجاجَ , وَ الرِجالُ يَمْنَعونَني
( الثَعْلَبُ في الأمير الصَغير)
صارَ واحِدٌ مِن هُم .. يَخْرُجُ مَعَهُم إلى رَحَلاتِ الصَيدِ ، وَ يَأكُلُ ما يَأكُلونَهُ مِن كائناتِ الوِدْيان العَجيبة
Zowel jagen als vissen zit in de afleidingen van deze wortel.
صَيْد jacht, (vis)vangst
أصْطادَ jagen, vissen
Stam VIII van het werkwoord met assimilatie van de infix -ta- naar de zware ta.
Jagen is zijn passie / de zeevisserij in de Noordzee is intensief / mijn leven is eentonig: ik jaag op kippen, en de mannen houden me tegen ( de vos in de Kleine Prins) //
Hij werd een van hen... hij vertrekt met hen op jachtuitstappen, hij eet wat zij eten van de wonderlijke dieren uit de vallei
(FDA 2281)
هُيام - بحر - شمل - سمك - كثف - حيّ - رتب - إنّ - دجّ - رجل - منع - ثَعْلَب - امر - صغر //
صير - وحد - خرج - رحل - اكل - كون - ودي - عجب
Passie / zee 241 / bevatten, noorden 620 / vis 407 / intensief 879 / leven 359 / orde, monotoon 64 / dat, indien, voorwaar 165 / kip 178 / man 186 / verbieden 502 / vos / emir, zaak 87 / klein 185 //
Worden 249 / een, enig 264 / buitengaan 26 / vertrekken 305 / eten 2 / zijn 15 / dal 210 / wonder 773
ٌ
الصَيدُ هُيامُهُ
في بَحْرِ الشَمالِ صَيدُ السَمَكِ مُكَثَّفٌ
حَياتيُ رَتيبةٌ : إنَّني أصْطادُ الدَجاجَ , وَ الرِجالُ يَمْنَعونَني
( الثَعْلَبُ في الأمير الصَغير)
صارَ واحِدٌ مِن هُم .. يَخْرُجُ مَعَهُم إلى رَحَلاتِ الصَيدِ ، وَ يَأكُلُ ما يَأكُلونَهُ مِن كائناتِ الوِدْيان العَجيبة