729 برق
De wortel met de kaf (51) brengt ons afleidingen als “zegen, heil” ; met de qaf wordt het “bliksem, telegram”. De laatste betekenis verliest meer en meer terrein in deze elektronische tijden.
بَرْق bliksem, flits; telegraaf
بَرْقيّة telegram
بَريق glans, glinstering, schittering
Hij reageerde bliksemsnel / ik zal de schittering in de ogen van het kind nooit vergeten / de boom werd getroffen door de bliksem //
Hij bekijkt haar gezicht nauwkeurig en zag de glans van tranen in haar ogen (FDA 4653)
ردّ - سرع - لا - نسي - ابد - عين - طفل - صوب - شجر //
أمْعَنَ النَظَرَ / نظر - وجه - امل - دمع - الّتي - غرق - عين
Reageren 856 / snelheid 142 / neen, niet 821 / eeuwigheid 239 / oog 47 / kind 435 / ondergaan, treffen 583 / boom 135 //
zorgvuldig bekijken, kijken 274 / richting, gezicht 571 / hoop, overpeinzen 977 / traan 1390 / die, dat 1004 / verdrinken 1163 / oog 47
اِغْرَورَقَ عَينُهُ zijn ogen waren vol met tranen ( stam XII sic! van het werkwoord)
رَدَّ بِسُرْعة البَرْق
لا أنْسى أبَداً بَريقَ عَيني الطِفْل
أصابَ البَرْقُ الشَجَرة
يُمْعَنُ النَظَرَ إلى وَجْهِها وَ يَتَأمَلُ بَريقَ الدُموعِ اَلَّتي اِغْرَوْرَقَت في عينِها
Bij de 2e zin ontbreekt de nun op het einde van أعْنين : is het eerste lid van een idafa-constructie een gezond mannelijk meervoud, dan wordt de nun van suffixen weggelaten.
De wortel met de kaf (51) brengt ons afleidingen als “zegen, heil” ; met de qaf wordt het “bliksem, telegram”. De laatste betekenis verliest meer en meer terrein in deze elektronische tijden.
بَرْق bliksem, flits; telegraaf
بَرْقيّة telegram
بَريق glans, glinstering, schittering
Hij reageerde bliksemsnel / ik zal de schittering in de ogen van het kind nooit vergeten / de boom werd getroffen door de bliksem //
Hij bekijkt haar gezicht nauwkeurig en zag de glans van tranen in haar ogen (FDA 4653)
ردّ - سرع - لا - نسي - ابد - عين - طفل - صوب - شجر //
أمْعَنَ النَظَرَ / نظر - وجه - امل - دمع - الّتي - غرق - عين
Reageren 856 / snelheid 142 / neen, niet 821 / eeuwigheid 239 / oog 47 / kind 435 / ondergaan, treffen 583 / boom 135 //
zorgvuldig bekijken, kijken 274 / richting, gezicht 571 / hoop, overpeinzen 977 / traan 1390 / die, dat 1004 / verdrinken 1163 / oog 47
اِغْرَورَقَ عَينُهُ zijn ogen waren vol met tranen ( stam XII sic! van het werkwoord)
رَدَّ بِسُرْعة البَرْق
لا أنْسى أبَداً بَريقَ عَيني الطِفْل
أصابَ البَرْقُ الشَجَرة
يُمْعَنُ النَظَرَ إلى وَجْهِها وَ يَتَأمَلُ بَريقَ الدُموعِ اَلَّتي اِغْرَوْرَقَت في عينِها
Bij de 2e zin ontbreekt de nun op het einde van أعْنين : is het eerste lid van een idafa-constructie een gezond mannelijk meervoud, dan wordt de nun van suffixen weggelaten.