66 جدّ
Deze wortel gaat over termen in verband met nieuw, met "ernst en grootvader".
جَدَّدَ vernieuwen, renoveren
تَجَدَّد herleven, opnieuw gebeuren
جَديد nieuw
تَجْديد vernieuwing, renovatie
مُجَدَّد vernieuwd, gerenoveerd
مُسْتَجِدّ nieuw
Nu over de ernst جَدّ جِدّ جِدية : allemaal synoniemen.
تَعْبان هي جَميلة جِدًّا natuurlijk is ze erg mooi
بِجِدّيّة in ernst, in alle ernst.
Dat “ernst” geassocieerd wordt met “grootvader” is allicht toe te schrijven aan de A. cultuur met respect voor de ouderen. جَدّ - أجْداد en جَدّة grootvader, opa; grootmoeder, oma.
Ze vernieuwden zijn paspoort / door een nieuwe wet / zeg het opnieuw / de renovatie van het huis is maar betrekkelijk / hij begint een nieuw leven / recente gebeurtenissen //
Ik was serieus aan het denken naar de stad te vertrekken (FDA 2505)
جوز - سفر - سبّ - قنّ - بدأ - حيّ - قول - بوت - نسب - حدث //
صير - فكر - بِ - رحل - مدن
Toestaan 395 / reizen 8 / oorzaak 94 / wet 365 / beginnen 414 / leven 359 / zeggen 321 / verblijven 259 / betrekking 61 / gebeuren 188 //
Worden, beginnen 249 / denken 99 / met, door, bij 612 / vertrekken 305 / stad 341
جَدَّدوا جَوازَ هُ السَفَرِ
بِسَبَبِ قَانونِ جَديدِ
قُلْهُ من جَديدٍ
تَجْديدُ البَيتِ نِسْبيُّ
يَبْدأُ حَياةً جَديدةً
أَحْداث مُسْتَجِدّة
صَرْتُ أُفَكِّرُ جِدّيّاً بِالرَحيلِ إلى المَدينة
Deze wortel gaat over termen in verband met nieuw, met "ernst en grootvader".
جَدَّدَ vernieuwen, renoveren
تَجَدَّد herleven, opnieuw gebeuren
جَديد nieuw
تَجْديد vernieuwing, renovatie
مُجَدَّد vernieuwd, gerenoveerd
مُسْتَجِدّ nieuw
Nu over de ernst جَدّ جِدّ جِدية : allemaal synoniemen.
تَعْبان هي جَميلة جِدًّا natuurlijk is ze erg mooi
بِجِدّيّة in ernst, in alle ernst.
Dat “ernst” geassocieerd wordt met “grootvader” is allicht toe te schrijven aan de A. cultuur met respect voor de ouderen. جَدّ - أجْداد en جَدّة grootvader, opa; grootmoeder, oma.
Ze vernieuwden zijn paspoort / door een nieuwe wet / zeg het opnieuw / de renovatie van het huis is maar betrekkelijk / hij begint een nieuw leven / recente gebeurtenissen //
Ik was serieus aan het denken naar de stad te vertrekken (FDA 2505)
جوز - سفر - سبّ - قنّ - بدأ - حيّ - قول - بوت - نسب - حدث //
صير - فكر - بِ - رحل - مدن
Toestaan 395 / reizen 8 / oorzaak 94 / wet 365 / beginnen 414 / leven 359 / zeggen 321 / verblijven 259 / betrekking 61 / gebeuren 188 //
Worden, beginnen 249 / denken 99 / met, door, bij 612 / vertrekken 305 / stad 341
جَدَّدوا جَوازَ هُ السَفَرِ
بِسَبَبِ قَانونِ جَديدِ
قُلْهُ من جَديدٍ
تَجْديدُ البَيتِ نِسْبيُّ
يَبْدأُ حَياةً جَديدةً
أَحْداث مُسْتَجِدّة
صَرْتُ أُفَكِّرُ جِدّيّاً بِالرَحيلِ إلى المَدينة