587 طلع
Opkomen, omhooggaan, in de letterlijke betekenis, maar ook figuurlijk, op de hoogte zijn.
طَلَعَ omhooggaan, stijgen, beklimmen
تَطَلَّعَ omzien naar, uitkijken naar
اِطَّلَعَ te weten komen, kennisnemen
مَطْلَع aanhef, begin
تَطَلُّع vooruitzicht, verwachting
اِطِّلاع kennisneming, inzage
اِسْتِطْلاع enquête, referendum, peiling
مُطّالِع welingelicht, belezen, op de hoogte
Hij beklimt de berg deze zomer / zij verlangt naar de vakantie / in de opiniepeilingen / hij vernam het uit goedingelichte bron //
Zij viel flauw en stortte neer, en Samir en zijn vader snelden toe om meer over haar toestand te weten, maar een gedrongen, dikke verpleegster hield hen tegen (FDA 2746)
جبل - في - ذا - صيف - إلى - عطل - رأي - علم - صدر //
أُغْمي عَليها - تَهاوى - ارض - دفع / اِنْدَفَعَ - سمر - ابو - لكن - مرض - قصر - بدن / بَدين - عرض / اِعْتَرَضَ
Berg 242 / in, te 355 / deze, die 182 / zomer 296 / naar 769 / verlof, kapot 42 / zien 717 / weten 44 / publiciteit 143 //
Zij viel flauw / neerstorten / aarde 159 / betalen, verdedigen, naar voren stormen 557 / bruin, Samir 790 / vader 154 / maar 650 / ziek, verpleegster 263 / kort 225 / lijfelijk, gezet 1403 / tonen, dwarsbomen 151
يَطْلُعُ الجَبَلَ في هذا الصَيف
تَتَطَلَّعُ إلى العُطْلة
في اِسْتِطْلاعاتِ الرَأي
عَلِمَهُ مِن مَصْدَرِ مُطّالِع
أُغْمي عَليها فَتَهاَوَت أرْضاً ، وَ اِنْدَفَعَ سَميرُ وَ أبوهُ لِلاِطّْلاعِ عَليها ، لَكِن مُمَرِّضةٌ قَصيرةٌ وَ بَدينةٌ اِعْتَرَضَتْهُم
Bij stam VIII wordt een ta ingevoegd na de eerste medeklinker van de wortel; deze ta assimileert met die eerste medeklinker, met sjadda, indien die een ظ ، ط ، ض ، ص ، ز ، ذ ، د ، ث ، ت is (DM-VP2, 9.4.2), zoals hier: اِطَتَلَعَ wordt اِطَّلَعَ.
In de laatste zin, geen dualis!
Opkomen, omhooggaan, in de letterlijke betekenis, maar ook figuurlijk, op de hoogte zijn.
طَلَعَ omhooggaan, stijgen, beklimmen
تَطَلَّعَ omzien naar, uitkijken naar
اِطَّلَعَ te weten komen, kennisnemen
مَطْلَع aanhef, begin
تَطَلُّع vooruitzicht, verwachting
اِطِّلاع kennisneming, inzage
اِسْتِطْلاع enquête, referendum, peiling
مُطّالِع welingelicht, belezen, op de hoogte
Hij beklimt de berg deze zomer / zij verlangt naar de vakantie / in de opiniepeilingen / hij vernam het uit goedingelichte bron //
Zij viel flauw en stortte neer, en Samir en zijn vader snelden toe om meer over haar toestand te weten, maar een gedrongen, dikke verpleegster hield hen tegen (FDA 2746)
جبل - في - ذا - صيف - إلى - عطل - رأي - علم - صدر //
أُغْمي عَليها - تَهاوى - ارض - دفع / اِنْدَفَعَ - سمر - ابو - لكن - مرض - قصر - بدن / بَدين - عرض / اِعْتَرَضَ
Berg 242 / in, te 355 / deze, die 182 / zomer 296 / naar 769 / verlof, kapot 42 / zien 717 / weten 44 / publiciteit 143 //
Zij viel flauw / neerstorten / aarde 159 / betalen, verdedigen, naar voren stormen 557 / bruin, Samir 790 / vader 154 / maar 650 / ziek, verpleegster 263 / kort 225 / lijfelijk, gezet 1403 / tonen, dwarsbomen 151
يَطْلُعُ الجَبَلَ في هذا الصَيف
تَتَطَلَّعُ إلى العُطْلة
في اِسْتِطْلاعاتِ الرَأي
عَلِمَهُ مِن مَصْدَرِ مُطّالِع
أُغْمي عَليها فَتَهاَوَت أرْضاً ، وَ اِنْدَفَعَ سَميرُ وَ أبوهُ لِلاِطّْلاعِ عَليها ، لَكِن مُمَرِّضةٌ قَصيرةٌ وَ بَدينةٌ اِعْتَرَضَتْهُم
Bij stam VIII wordt een ta ingevoegd na de eerste medeklinker van de wortel; deze ta assimileert met die eerste medeklinker, met sjadda, indien die een ظ ، ط ، ض ، ص ، ز ، ذ ، د ، ث ، ت is (DM-VP2, 9.4.2), zoals hier: اِطَتَلَعَ wordt اِطَّلَعَ.
In de laatste zin, geen dualis!