584 سود
Zwart en Soedan zijn afgeleid van deze wortel.
Ook سَيّد و سادَ (heersen, mijnheer) komen ook van deze wortel ( wortel 190).
سَواد “het zwart zijn” (van volk bv.); meerderheid
أسْوَد - سود - سَوْداء zwart ( mann. enk., mv., vr.enk.)
مُسَوَّدة klad, concept, schets
سودانيّ Soedanees
سودان Soedan
(De zwarten en de roden) De hele mensheid kijkt naar Israël / de grote massa komt naar het plein / dit was een zwarte dag / schrijf de brief eerst in het klad //
De vrouwen droegen allen zwarte kleren, een lange zwarte rok, een zwart vest, en een zwarte hoofddoek (FDA 682)
نظر - حمر - إلى - اسرائيل - اتي - ميدان - عظم - كون - ذا - يوم - اول - كتب - رسل - على //
ردي - نسو - جمع - لبس - تَنورة - طول - ستر - حجب
Kijken 274 / rood 128 / naar 769 / Israël 1051 / komen 214 / tafel, plein 538 / aanzienlijk 247 / zijn 15 / die, deze 182 / dag 248 / eerst, toestel 318 / schrijven 53 / profeet, boodschap 293 / op, over, bij 777 //
Aankleden 669 / vrouwen 676 / samen 215 / kleden 58 / rok / lang 148 / gordijn, vest 1164 / hoofddoek 868
يَنْظُرُ الأسْوَدُ و الأحْمَرُ إلى إسْرائيل
يأتي إلى المَيدانِ السَوادُ الأعْظَمُ
كانَ هَذا يَوماً أسْوَداً
أَّوّلاً اُكْتُبْ الرِسالة على المُسَوَّدة
اِرْتَدَت النِساءُ جَميعاً مَلابِسً سَوداء وَ تَنّورةً طاويلةً سَوداء وَ سُتْرةً سَوداء وَ حِجاباً أسْوَد
Zwart en Soedan zijn afgeleid van deze wortel.
Ook سَيّد و سادَ (heersen, mijnheer) komen ook van deze wortel ( wortel 190).
سَواد “het zwart zijn” (van volk bv.); meerderheid
أسْوَد - سود - سَوْداء zwart ( mann. enk., mv., vr.enk.)
مُسَوَّدة klad, concept, schets
سودانيّ Soedanees
سودان Soedan
(De zwarten en de roden) De hele mensheid kijkt naar Israël / de grote massa komt naar het plein / dit was een zwarte dag / schrijf de brief eerst in het klad //
De vrouwen droegen allen zwarte kleren, een lange zwarte rok, een zwart vest, en een zwarte hoofddoek (FDA 682)
نظر - حمر - إلى - اسرائيل - اتي - ميدان - عظم - كون - ذا - يوم - اول - كتب - رسل - على //
ردي - نسو - جمع - لبس - تَنورة - طول - ستر - حجب
Kijken 274 / rood 128 / naar 769 / Israël 1051 / komen 214 / tafel, plein 538 / aanzienlijk 247 / zijn 15 / die, deze 182 / dag 248 / eerst, toestel 318 / schrijven 53 / profeet, boodschap 293 / op, over, bij 777 //
Aankleden 669 / vrouwen 676 / samen 215 / kleden 58 / rok / lang 148 / gordijn, vest 1164 / hoofddoek 868
يَنْظُرُ الأسْوَدُ و الأحْمَرُ إلى إسْرائيل
يأتي إلى المَيدانِ السَوادُ الأعْظَمُ
كانَ هَذا يَوماً أسْوَداً
أَّوّلاً اُكْتُبْ الرِسالة على المُسَوَّدة
اِرْتَدَت النِساءُ جَميعاً مَلابِسً سَوداء وَ تَنّورةً طاويلةً سَوداء وَ سُتْرةً سَوداء وَ حِجاباً أسْوَد