505 سَ سوف
Het trefwoord is zal.
Om een werkwoord in de toekomende tijd te zetten vertrek je gewoon van de tegenwoordige tijd en voegt er het prefix -س aan toe of je laat het voorafgaan door het losstaande bijwoord سَوفَ . DM-VP1, 9.1.5
Een andere afleiding van deze wortel, en zonder enig verband, is مَسافة : eind, afstand, tussenruimte.
أكْتُبَ moet worden Ik zal schrijven
تَفْعَلُ هذا “ Jij zal dit doen
يَرْكَبُ الحافِلة “ Hij zal de bus nemen
تَتَنَلَّمُ مَعنا “ Zij zal met ons spreken
نَمْلأُ السَطْل “ Wij zullen de emmer vullen
تَجَدونَ العُنْوانَ “ Jullie zullen het adres vinden
يَبْقونَ “ Zij zullen blijven
كتب - فعل - حفل - ركب - كلم - ملأ - سطل - وجد - عنون - بقي
Schrijven 53 / doen 208 / feest, bus 24 / berijden 92 / woord 14 / vullen 415 / emmer / vinden 278 / adres 563/ blijven 287
سأكْتُبُ سَوفَ أكْتُبُ
سَتَفْعَلُ هذا سَوفَ تَفْعَلُ هذا
سَيَرْكَبُ الحافِلة سَوفَ يَرْكَبُ الحافِلة
سَتَتَكَلَّمُ مَعنا سَوفَ تَتَكَلَّمُ مَعنا
سَنَمْلأُ السَطْلَ سَوفَ نَمْلأُ السَطْل
سَتَجِدونَ العُنْوان سوفَ تَجَدونَ العُنْوان
سَيَبْقونَ سَوفَ يَبْقونَ
Wanneer we ook maar een eindje reizen, hebben we graag dat er iemand is die ons opwacht (FDA 1500)
عند - سفر - حتى - قرب - حبّ - كون - احد - نظر
met, bij, wanneer 439 / reizen 8 / tot, zelfs 467 / nabij 31 / liefde 67 / zijn 15 / iemand, zondag 378 / kijken, opwachten 274
عِنْدَما نُسافِرُ حَتى إلى مَسافةِ قَريبة ، نُحِبُّ أن يَكونَ أحَدَ في اِنْتِظارِنا
Het trefwoord is zal.
Om een werkwoord in de toekomende tijd te zetten vertrek je gewoon van de tegenwoordige tijd en voegt er het prefix -س aan toe of je laat het voorafgaan door het losstaande bijwoord سَوفَ . DM-VP1, 9.1.5
Een andere afleiding van deze wortel, en zonder enig verband, is مَسافة : eind, afstand, tussenruimte.
أكْتُبَ moet worden Ik zal schrijven
تَفْعَلُ هذا “ Jij zal dit doen
يَرْكَبُ الحافِلة “ Hij zal de bus nemen
تَتَنَلَّمُ مَعنا “ Zij zal met ons spreken
نَمْلأُ السَطْل “ Wij zullen de emmer vullen
تَجَدونَ العُنْوانَ “ Jullie zullen het adres vinden
يَبْقونَ “ Zij zullen blijven
كتب - فعل - حفل - ركب - كلم - ملأ - سطل - وجد - عنون - بقي
Schrijven 53 / doen 208 / feest, bus 24 / berijden 92 / woord 14 / vullen 415 / emmer / vinden 278 / adres 563/ blijven 287
سأكْتُبُ سَوفَ أكْتُبُ
سَتَفْعَلُ هذا سَوفَ تَفْعَلُ هذا
سَيَرْكَبُ الحافِلة سَوفَ يَرْكَبُ الحافِلة
سَتَتَكَلَّمُ مَعنا سَوفَ تَتَكَلَّمُ مَعنا
سَنَمْلأُ السَطْلَ سَوفَ نَمْلأُ السَطْل
سَتَجِدونَ العُنْوان سوفَ تَجَدونَ العُنْوان
سَيَبْقونَ سَوفَ يَبْقونَ
Wanneer we ook maar een eindje reizen, hebben we graag dat er iemand is die ons opwacht (FDA 1500)
عند - سفر - حتى - قرب - حبّ - كون - احد - نظر
met, bij, wanneer 439 / reizen 8 / tot, zelfs 467 / nabij 31 / liefde 67 / zijn 15 / iemand, zondag 378 / kijken, opwachten 274
عِنْدَما نُسافِرُ حَتى إلى مَسافةِ قَريبة ، نُحِبُّ أن يَكونَ أحَدَ في اِنْتِظارِنا