47 عين
We kennen de wortel vooral vanuit de betekenis oog.
عَيَّنَ bepalen, aanwijzen, benoemen
تَعَيَّنَ moeten, bestemd zijn
عَيْن - عُيون أو أعْيُن oog, opening, bron; zelf, in hoogsteigen persoon
عَيَّنة monster, staal, proef
عِيان het zien, het aanschouwen
تَعْيين aanstelling, benoeming, toewijzing
مُعَيَّن bepaald, gegeven
Niet verwarren met de stam: عنى (betekenis) met عِناية aandacht.
Oog voor oog, tand voor tand/ ver van het oog, ver van het hart/ de klant stelt een datum vast/ ze benoemen Aïcha tot hoogleraar //
De zieke moest voor een lange tijd een medicijn innemen tegen trombose (FDA)
سنّ - بعد - قلب - زبن - ارخ - عائسة عيش - استذ //
على - مرض - اخذ - عقر - ضدّ - تَجَلُط - لِ - فتر - طول
Tand, leeftijd 283 / ver, daarna 424 / hart 139 / klant 578 / geschiedenis 191 / Aïcha, leven 85 / professor 289 //
Op, over, bij 777 / ziek 263 / nemen 157 / vastgoed, medicijn 1222 / tegen 451 / stolsel, trombose / aan, van, voor 767 / periode 638 / lang 148
العَيْنُ بالعَيْنِ و السِنُّ بالسِنِّ
البَعيدُ عن العَيْنِ ، بَعيدٌ عن القَلْبِ
يَعَيِّنُ الزَبونُ تاريخاً
يَعَيِّنونَ عائِشةَ كأُسْتاذٍ
تَعَيَّنَ عَلى المَريضِ أخْذُ عَقّارِ مُضادِ لِتَجَلُطِ لِفَتْرةِ طَويلة
We kennen de wortel vooral vanuit de betekenis oog.
عَيَّنَ bepalen, aanwijzen, benoemen
تَعَيَّنَ moeten, bestemd zijn
عَيْن - عُيون أو أعْيُن oog, opening, bron; zelf, in hoogsteigen persoon
عَيَّنة monster, staal, proef
عِيان het zien, het aanschouwen
تَعْيين aanstelling, benoeming, toewijzing
مُعَيَّن bepaald, gegeven
Niet verwarren met de stam: عنى (betekenis) met عِناية aandacht.
Oog voor oog, tand voor tand/ ver van het oog, ver van het hart/ de klant stelt een datum vast/ ze benoemen Aïcha tot hoogleraar //
De zieke moest voor een lange tijd een medicijn innemen tegen trombose (FDA)
سنّ - بعد - قلب - زبن - ارخ - عائسة عيش - استذ //
على - مرض - اخذ - عقر - ضدّ - تَجَلُط - لِ - فتر - طول
Tand, leeftijd 283 / ver, daarna 424 / hart 139 / klant 578 / geschiedenis 191 / Aïcha, leven 85 / professor 289 //
Op, over, bij 777 / ziek 263 / nemen 157 / vastgoed, medicijn 1222 / tegen 451 / stolsel, trombose / aan, van, voor 767 / periode 638 / lang 148
العَيْنُ بالعَيْنِ و السِنُّ بالسِنِّ
البَعيدُ عن العَيْنِ ، بَعيدٌ عن القَلْبِ
يَعَيِّنُ الزَبونُ تاريخاً
يَعَيِّنونَ عائِشةَ كأُسْتاذٍ
تَعَيَّنَ عَلى المَريضِ أخْذُ عَقّارِ مُضادِ لِتَجَلُطِ لِفَتْرةِ طَويلة