463   رنّ

Klinken, rinkelen, tinkelen is de betekenis van dit werkwoord.
Te linken met bel (wortel 464) en telefoon (wortel 17).

رَنَّ                   rinkelen, tinkelen, bellen

De bel van de telefoon gaat/ als de bel gaat, zwijgen de leerlingen/ het gerinkel van de telefoon maakte me wakker //
Mijn smartphone rinkelde en als daar het nummer van mijn vader op komt, laat ik alle werk wat ik om handen had liggen  maakte me klaar om hem te antwoorden (FDA 4274) 

جرس  -  هتف  -  عند  -  سكت  -  تلمذ  -  يقض //
خلو  -  فَ  -  إذا  -  رقم  -  ولد  -  ترك  -  كلّ  -  ما  -  بين  -  يد  -  عمل  -  بدر -  ردّ  

Bel 464 / telefoon 17 / met, bij 439 / zwijgen  521 / leerling 170 / wakker 256  //
Ontruimen, cel 721 / en 929 / indien 632 / getal 237 / geboorte 63 / verlaten 90 / elk, alle 730 / wat, niet 796 / tussen 466 / hand 254 / werken 46 / gebaar, initiatief nemen 920 / reageren 856

يَرِنُّ  جَرَسُ  الهاتِف
عِنْدَما  يَرِنُّ  الجَرَسُ ،  يَسْكُتُ  التَلاميذ
رَنينُ  الهاتِفِ  أيقَضَني
رَنَّ  جَرَسُ  تِلِفوني  الخَلَوي  فَإذا  بِهِ  رَقْمُ  والِدي  فَتَرَكْتُ  كُلَّ  ما  بَينَ  يَدي  مِن  أعْمالِ  وَ  بَادَرْتُ  لِلرَدِّ  عَليه