454 شوك
Prikken is de betekenis, zoals een doorn of een vork.
شَوك doornen (coll.)
شَوكة doorn, stekel (enk.), vork
Niet verwarren met splitsen شقّ (wortel 304)
Zij eten niet met mes en vork/ er zijn geen rozen zonder doornen/ dat is hem een doorn in het oog (aan zijn kant) //
Als de aanwezigheid van doornen in rozen ons verdrietig maakt, dan maakt de aanwezigheid van rozen te midden van doornen ons blij ( FDA 4336)
اكل - سكن - وجد - ورد - دون - جنب //
إذا - كون - وجد - ورد - حزن / أحْزَنَ - فَ - ان - وسط - فرح
Eten 2 / wonen 10 / vinden 278 / staan in tekst, roos 551/ zonder 556 / naast 22 //
Indien 632 / zijn 15 / vinden 278 / staan in, roos 551 / verdriet, droevig stemmen 698 / en 929 / dat, indien 165 / midden 380 / vreugde 1026
لا يأكُلونَ بِالشَوكةِ و السِكّين
لا يوجَدُ وُرودٌ بِدونِ شَوك
إنَّهُ شَوكةٌ في جِنْبِهِ
إذا كانَ وُجودُ الشَوكِ في الوُرودِ يُحْزِنُنا فَإنَّ وُجودُ الوُرودِ وَسَط الشَوكِ يَفْرَحُنا
سِكِّين - سَكاكين is een buitenbeentje in de afleidingen van sakana, wonen.
جنب is de wortel voor “naast”: جِنْب betekent “zijde, kant”.
Prikken is de betekenis, zoals een doorn of een vork.
شَوك doornen (coll.)
شَوكة doorn, stekel (enk.), vork
Niet verwarren met splitsen شقّ (wortel 304)
Zij eten niet met mes en vork/ er zijn geen rozen zonder doornen/ dat is hem een doorn in het oog (aan zijn kant) //
Als de aanwezigheid van doornen in rozen ons verdrietig maakt, dan maakt de aanwezigheid van rozen te midden van doornen ons blij ( FDA 4336)
اكل - سكن - وجد - ورد - دون - جنب //
إذا - كون - وجد - ورد - حزن / أحْزَنَ - فَ - ان - وسط - فرح
Eten 2 / wonen 10 / vinden 278 / staan in tekst, roos 551/ zonder 556 / naast 22 //
Indien 632 / zijn 15 / vinden 278 / staan in, roos 551 / verdriet, droevig stemmen 698 / en 929 / dat, indien 165 / midden 380 / vreugde 1026
لا يأكُلونَ بِالشَوكةِ و السِكّين
لا يوجَدُ وُرودٌ بِدونِ شَوك
إنَّهُ شَوكةٌ في جِنْبِهِ
إذا كانَ وُجودُ الشَوكِ في الوُرودِ يُحْزِنُنا فَإنَّ وُجودُ الوُرودِ وَسَط الشَوكِ يَفْرَحُنا
سِكِّين - سَكاكين is een buitenbeentje in de afleidingen van sakana, wonen.
جنب is de wortel voor “naast”: جِنْب betekent “zijde, kant”.