446 بسط
Eenvoud is de kerngedachte.
بَسيط eenvoudig, simpel, gemakkelijk (سهل 173)
بَساطة eenvoud, simpelheid
أبْسَط eenvoudiger, eenvoudigst
مَبْسوط tevreden (راضي 389) , voldaan, vrolijk
een basisbetekenis is ook “spreiden”, vandaar naar “tapijt”, ( ريح komt van wortel 213, en betekent “rust,wind) : vliegend tapijt : بِساط الريح .
We nuttigen een eenvoudige maaltijd om 1 uur/ zo simpel liggen de zaken niet/ zij is een bescheiden ambtenaar //
Wie we daar hebben, o hadj! En bij de almachtige God, ik ben content, man, zie, ik hoorde jouw stem (FDA 4654)
نول - وجب - وحد - سوع - ليس - امر - ذا - وظف //
اي - يا - حجّ - وَ - الله - عظم - دا - ان - سمع - صوت
Geven, nuttigen 580 / moeten 235 / één, enig 264 / uur 258 / niet zijn 60 / emir, zaak 87 / deze, die 182 / aanstelling, functie 437 //
Welk 784 / wat! 978 / pelgrim 900 / en 1001 / Allah, God 705 / aanzien 247 / ik 226 / deze, die ??? 182 / dat, indien 165 / horen, luisteren 231 / stem, geluid 674
نَتَناوَلُ وَجْبةَ بَسيطةَ في الساعةِ الواحِدة
لَيسَت الأُمورُ بِهذا البَساطة
هي مُوَظَّفةٌ بَسيطةٌ
أيوه يا حاجُّ وَ أللهُ العَظيم أنا مَبْسوطةٌ دا إنَّ أنا سَمِعَتُ صوتَكو
Tussendoor een lijstje over woordvorming:
Wortel basis afgeleid adj. betekenis nummer
بسط simpel بسيط eenvoudig 446
عمق diep عميق diep 444
سمك vis سميك dik, lijvig 407
سعد helpen سَعيد gelukkig 257
سلم veilig, overgave سَليم ongedeerd 55
سود heersen سَيّد meneer 190
عظم aanzien عَظيم aanzienlijk 247
فرد enig فَريد uniek 98
فقر arm, behoeftig فَقير arm 387
قدم aanbieden قَديم oud 81
قرب nabij قَريب dichtbij 31
Eenvoud is de kerngedachte.
بَسيط eenvoudig, simpel, gemakkelijk (سهل 173)
بَساطة eenvoud, simpelheid
أبْسَط eenvoudiger, eenvoudigst
مَبْسوط tevreden (راضي 389) , voldaan, vrolijk
een basisbetekenis is ook “spreiden”, vandaar naar “tapijt”, ( ريح komt van wortel 213, en betekent “rust,wind) : vliegend tapijt : بِساط الريح .
We nuttigen een eenvoudige maaltijd om 1 uur/ zo simpel liggen de zaken niet/ zij is een bescheiden ambtenaar //
Wie we daar hebben, o hadj! En bij de almachtige God, ik ben content, man, zie, ik hoorde jouw stem (FDA 4654)
نول - وجب - وحد - سوع - ليس - امر - ذا - وظف //
اي - يا - حجّ - وَ - الله - عظم - دا - ان - سمع - صوت
Geven, nuttigen 580 / moeten 235 / één, enig 264 / uur 258 / niet zijn 60 / emir, zaak 87 / deze, die 182 / aanstelling, functie 437 //
Welk 784 / wat! 978 / pelgrim 900 / en 1001 / Allah, God 705 / aanzien 247 / ik 226 / deze, die ??? 182 / dat, indien 165 / horen, luisteren 231 / stem, geluid 674
نَتَناوَلُ وَجْبةَ بَسيطةَ في الساعةِ الواحِدة
لَيسَت الأُمورُ بِهذا البَساطة
هي مُوَظَّفةٌ بَسيطةٌ
أيوه يا حاجُّ وَ أللهُ العَظيم أنا مَبْسوطةٌ دا إنَّ أنا سَمِعَتُ صوتَكو
Tussendoor een lijstje over woordvorming:
Wortel basis afgeleid adj. betekenis nummer
بسط simpel بسيط eenvoudig 446
عمق diep عميق diep 444
سمك vis سميك dik, lijvig 407
سعد helpen سَعيد gelukkig 257
سلم veilig, overgave سَليم ongedeerd 55
سود heersen سَيّد meneer 190
عظم aanzien عَظيم aanzienlijk 247
فرد enig فَريد uniek 98
فقر arm, behoeftig فَقير arm 387
قدم aanbieden قَديم oud 81
قرب nabij قَريب dichtbij 31