410 دوي
Een wortel voor de dokter: ziekte en medicament.
داء ziekte, kwaal
دَواء - أدْوية medicijn, geneesmiddel, medicament
Andere wortels in geneeskundig verband:
36 طبّ dokter
34 صحّ gezondheid
263 مرض ziekte
344 شفي verzorging
342 صَيدَليّة apotheek
Hij neemt medicijnen tegen kanker/ deze plant is een goed medicijn tegen allergie/ hij leidt een geneesmiddelenbedrijf/ die medicijnen waren niet bij de apotheker //
Ze is getroffen door een aandoening in haar hoofd en het is onvermijdelijk dat haar een chirurgische ingreep te wachten staat die ons veel zal kosten (FDA 2791)
اخذ - ضدّ - سرطن - نبت - طيب - حسّ - دور - شرك - كون - ذا - عند - صيدل//
هي - صوب - بِ - في - رأس - وَ - لا - بدّ - لِ - من - عمل - جرح - كلف - غلو
Nemen 157 / tegen 451 / kanker 450 / kiemen, plant 169 / goed 310 / voelen, allergie 449 / draaien 4 / deelnemen 76 / zijn 15 / deze, die 182 / met, bij 439 / apotheker 342 //
Zij, het 952 / treffen 583 / met, door, bij 612 / op, in, te 355 / hoofd 253 / en 1001 / despotisme, onvermijdelijk 1356 / aan, van, voor 767 / wie, uit, van 367 / werken 46 / wonde 339 / kosten 103 / duur, kostbaar 268
يأخُذُ أدْوية ضِدَّ السَرَطان
هَذا النَبات دَواءٌ طَيّبٌ ضِدَّ الحَسّاسيّة
يُديرُ شَرِكةَ أدْويّةٍ
لَم تَكون هَذَهَ الأدْويّةُ عِنْدَ الصَيدَليّ
هيَ مُصابةٌ بِداءِ في رأسِها وَ لا بُدّ لَها مِن عَمَليّةِ جِراحيّةِ سَتُكَلِفُنا غالياً
Een wortel voor de dokter: ziekte en medicament.
داء ziekte, kwaal
دَواء - أدْوية medicijn, geneesmiddel, medicament
Andere wortels in geneeskundig verband:
36 طبّ dokter
34 صحّ gezondheid
263 مرض ziekte
344 شفي verzorging
342 صَيدَليّة apotheek
Hij neemt medicijnen tegen kanker/ deze plant is een goed medicijn tegen allergie/ hij leidt een geneesmiddelenbedrijf/ die medicijnen waren niet bij de apotheker //
Ze is getroffen door een aandoening in haar hoofd en het is onvermijdelijk dat haar een chirurgische ingreep te wachten staat die ons veel zal kosten (FDA 2791)
اخذ - ضدّ - سرطن - نبت - طيب - حسّ - دور - شرك - كون - ذا - عند - صيدل//
هي - صوب - بِ - في - رأس - وَ - لا - بدّ - لِ - من - عمل - جرح - كلف - غلو
Nemen 157 / tegen 451 / kanker 450 / kiemen, plant 169 / goed 310 / voelen, allergie 449 / draaien 4 / deelnemen 76 / zijn 15 / deze, die 182 / met, bij 439 / apotheker 342 //
Zij, het 952 / treffen 583 / met, door, bij 612 / op, in, te 355 / hoofd 253 / en 1001 / despotisme, onvermijdelijk 1356 / aan, van, voor 767 / wie, uit, van 367 / werken 46 / wonde 339 / kosten 103 / duur, kostbaar 268
يأخُذُ أدْوية ضِدَّ السَرَطان
هَذا النَبات دَواءٌ طَيّبٌ ضِدَّ الحَسّاسيّة
يُديرُ شَرِكةَ أدْويّةٍ
لَم تَكون هَذَهَ الأدْويّةُ عِنْدَ الصَيدَليّ
هيَ مُصابةٌ بِداءِ في رأسِها وَ لا بُدّ لَها مِن عَمَليّةِ جِراحيّةِ سَتُكَلِفُنا غالياً