372 مرس
Het beoefenen van een hobby, van een beroep wordt met deze wortel uitgedrukt.
مارَسَ uitoefenen, beoefenen, bedrijven, praktiseren
مُمارَسة uitoefening, beoefening
De maand maart is شَهْر مارِس , de maand van de god Mars voor de Romeinen, de beoefenaar van de krijgskunst.
Over de namen van (zonne)maanden nog dit: in Noord-Afrika arabiseerde men de namen van onze Gregoriaanse kalender; in het Oosten behield men de namen afgeleid van het Aramees, achtereenvolgens:
(van links naar rechts in beide talen)
نِسان، آذار، شُباط، كانون الثأني
januari, februari, maart, april
آب، تَمّوز، حَزيران، أيّار
mei, juni, juli, augustus
كانون الأوَّل، تَشرين الثاني، تَشْرين الأوَّل، أيلول
september, oktober, november, december
(Ayyuha, 12, p. 146).
Mijn buur is huisarts (praktiserende algemene dokter)/ bij de uitoefening van zijn functie heeft hij fouten gemaakt/ deze verpleegster beoefent haar beroep deeltijds //
Er is hier niemand die sjeik Mahfouz zou beletten zijn beroep uit te oefenen ( FDA 988)
جور - طبّ - عمّ - وظف - فعل - خَطأ - مرض - ذا - مهن - جزأ - وقت //
ليس - هنا - من - منع - شيخ - حفظ - حرف /حِرْفة
Buur 295 / dokter 36 / algemeen 230 / aanstelling 437 / doen 208 / fout 441 / ziek 263 / deze, die 182 / beroep 109 / deel 716 / tijd 334 //
Niet zijn 60 / hier, daar 718 / wie, uit, van 367 / verbieden 502 / sjeik 187 / bewaren 194 / letter, beroep 619
جاري هو طَبيبٌ مُمارِسٌ عامّ
في مُمارَسة وَظيفَتِهِ فَعَلَ أخْطاءً
تُمارِسُ هَذِهِ المُمَرِضّةُ مِهْنَتَها جُزْءاً مِن الوَقْت
لِيسَ هُنا مَن يَمْنَعُ الشيخ مَحْفوظ مِن مُمارَسةِ حِرْفَتِه
Het beoefenen van een hobby, van een beroep wordt met deze wortel uitgedrukt.
مارَسَ uitoefenen, beoefenen, bedrijven, praktiseren
مُمارَسة uitoefening, beoefening
De maand maart is شَهْر مارِس , de maand van de god Mars voor de Romeinen, de beoefenaar van de krijgskunst.
Over de namen van (zonne)maanden nog dit: in Noord-Afrika arabiseerde men de namen van onze Gregoriaanse kalender; in het Oosten behield men de namen afgeleid van het Aramees, achtereenvolgens:
(van links naar rechts in beide talen)
نِسان، آذار، شُباط، كانون الثأني
januari, februari, maart, april
آب، تَمّوز، حَزيران، أيّار
mei, juni, juli, augustus
كانون الأوَّل، تَشرين الثاني، تَشْرين الأوَّل، أيلول
september, oktober, november, december
(Ayyuha, 12, p. 146).
Mijn buur is huisarts (praktiserende algemene dokter)/ bij de uitoefening van zijn functie heeft hij fouten gemaakt/ deze verpleegster beoefent haar beroep deeltijds //
Er is hier niemand die sjeik Mahfouz zou beletten zijn beroep uit te oefenen ( FDA 988)
جور - طبّ - عمّ - وظف - فعل - خَطأ - مرض - ذا - مهن - جزأ - وقت //
ليس - هنا - من - منع - شيخ - حفظ - حرف /حِرْفة
Buur 295 / dokter 36 / algemeen 230 / aanstelling 437 / doen 208 / fout 441 / ziek 263 / deze, die 182 / beroep 109 / deel 716 / tijd 334 //
Niet zijn 60 / hier, daar 718 / wie, uit, van 367 / verbieden 502 / sjeik 187 / bewaren 194 / letter, beroep 619
جاري هو طَبيبٌ مُمارِسٌ عامّ
في مُمارَسة وَظيفَتِهِ فَعَلَ أخْطاءً
تُمارِسُ هَذِهِ المُمَرِضّةُ مِهْنَتَها جُزْءاً مِن الوَقْت
لِيسَ هُنا مَن يَمْنَعُ الشيخ مَحْفوظ مِن مُمارَسةِ حِرْفَتِه