357 ضرب
Slaan is de basisbetekenis: vandaar naar “tikken” op een schrijfmachine, belasting (ook een “aanslag”), en naar vermenigvuldigen, door de herhaling.
طرق betekent “kloppen (op een deur), begaan” en leidt tot طَريق, weg, wortel 37.
ضَرَبَ slaan; typen; (een datum) prikken; vermenigvuldigen
ضَرْب slaag, klappen; vermenigvuldiging; staking
ضَرْبة - أضْراب أو ضُروب klap, slag, schop; staking
ضَريبة - ضَرائب belasting, heffing
اِضْطِراب onrust, opschudding, rellen
komt van vorm VIII van het werkwoord اِضْطَرَبَ ; de ta werd een Ta onder invloed van de voorgaande dal.
Het hart klopt/ hij maakte een afspraak met haar/hij neemt alle vrijschoppen / vraag het aan de fiscus //
Iemand van de jongeren viel hem aan en sloeg op zijn hand om de sigaret op de grond te laten vallen (FDA)
قلب - وعد، مَوعِد - أخذ - كلّ - حرّ - سأل – صلح، مَصْلَحة //
هجم - على - احد - شبّ - يد - سقط - سيجر - ارض
Hart 139 / beloven, afspraak 375 / nemen 157 / elk, alle 730 / warm, vrij 131 / vragen 203 / deugen, dienst 377 //
Aanval 976 / op, over, bij 777 / iemand, zondag 378 / jeugd 133 / hand 254 / aan, van, voor 767 / vallen 232 / aarde 159
يَضْرِبُ القَلْبُ
ضَرَبَ مَوعِداً مَعها
يأخُذُ كُلَّ الضَرَباتِ الحُرّة
اِسْألْهُ مَصْلَحة الضَرائب
هَجَمَ عَليهِ أحَدُ الشُبّانِ وَ ضَرَبَ يَدَهُ لِتَسْقُطَ السيجارةُ عَلى الأرْض
Over كُلّ , zie DM-VP2, 2.5.1: het is een zelfstandig naamwoord met de functie van een onbepaald voornaamwoord; vandaar dat zijn aanvulling met de ie-klank geschreven wordt.
Slaan is de basisbetekenis: vandaar naar “tikken” op een schrijfmachine, belasting (ook een “aanslag”), en naar vermenigvuldigen, door de herhaling.
طرق betekent “kloppen (op een deur), begaan” en leidt tot طَريق, weg, wortel 37.
ضَرَبَ slaan; typen; (een datum) prikken; vermenigvuldigen
ضَرْب slaag, klappen; vermenigvuldiging; staking
ضَرْبة - أضْراب أو ضُروب klap, slag, schop; staking
ضَريبة - ضَرائب belasting, heffing
اِضْطِراب onrust, opschudding, rellen
komt van vorm VIII van het werkwoord اِضْطَرَبَ ; de ta werd een Ta onder invloed van de voorgaande dal.
Het hart klopt/ hij maakte een afspraak met haar/hij neemt alle vrijschoppen / vraag het aan de fiscus //
Iemand van de jongeren viel hem aan en sloeg op zijn hand om de sigaret op de grond te laten vallen (FDA)
قلب - وعد، مَوعِد - أخذ - كلّ - حرّ - سأل – صلح، مَصْلَحة //
هجم - على - احد - شبّ - يد - سقط - سيجر - ارض
Hart 139 / beloven, afspraak 375 / nemen 157 / elk, alle 730 / warm, vrij 131 / vragen 203 / deugen, dienst 377 //
Aanval 976 / op, over, bij 777 / iemand, zondag 378 / jeugd 133 / hand 254 / aan, van, voor 767 / vallen 232 / aarde 159
يَضْرِبُ القَلْبُ
ضَرَبَ مَوعِداً مَعها
يأخُذُ كُلَّ الضَرَباتِ الحُرّة
اِسْألْهُ مَصْلَحة الضَرائب
هَجَمَ عَليهِ أحَدُ الشُبّانِ وَ ضَرَبَ يَدَهُ لِتَسْقُطَ السيجارةُ عَلى الأرْض
Over كُلّ , zie DM-VP2, 2.5.1: het is een zelfstandig naamwoord met de functie van een onbepaald voornaamwoord; vandaar dat zijn aanvulling met de ie-klank geschreven wordt.