345 سجن
سِجْن - سُجون gevangenis
سَجين - سُجَناء gevangene, gedetineerde
Gevangenisstraf سَجْن en -bewaarder: سَجّان
De gevangenen zijn overgeplaatst/ België huurt een gevangenis in Nederland/ hij heeft een gevangenisstraf van twee jaren / hij is een gevangene van de islamitische Staat
نقل - بَلْجيكا - اجر - هُلَنْدا - مدّ - سنّ - دول - سلم ، إسْلاميّ
Verplaatsen 418 / België / huur 50 / Nederland / uitstrekken 290 / leeftijd, tand 283 / staat 252 / islam, overgave, vrede 55
نَقَلوا السُجَناء
يَسْتَجِرُ بَلْجيكا سِجْناً مِن هُلَنْدا
عِنْدَهُ سَجْنُ لِمُدّة سَنَتَينِ
هو سَجينٌ الدَولةِ الإسْلاميّة
هُناكَ فَرْقُ بَينَ السَجينِ السياسيّ وَ السَجينِ الجِنائيّ، وَ يَجِبُ أنْ يَكونَ هُناكَ فَرْقُ أيضاً بَينَ الجُرْمِ السياسيّ وَ الجُرْمِ الجِنائي
Even de regels over de dualis of tweevoud herhalen:
Het tweevoud van zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden komt tot stand door het achtervoegsel -ãni of –ayni toe te voegen. De uitgang wordt achter de enkelvoudige vorm geplaatst. De tã marbuta van vrouwelijke woorden verandert dan in een gewone tã. De –ãni-uitgang wordt gebruikt voor het onderwerp en het naamwoordelijke deel van het gezegde, de –ãyni-uitgang na voorzetsels en in andere gevallen. DM-VP, 5.5.2
سِجْن - سُجون gevangenis
سَجين - سُجَناء gevangene, gedetineerde
Gevangenisstraf سَجْن en -bewaarder: سَجّان
De gevangenen zijn overgeplaatst/ België huurt een gevangenis in Nederland/ hij heeft een gevangenisstraf van twee jaren / hij is een gevangene van de islamitische Staat
نقل - بَلْجيكا - اجر - هُلَنْدا - مدّ - سنّ - دول - سلم ، إسْلاميّ
Verplaatsen 418 / België / huur 50 / Nederland / uitstrekken 290 / leeftijd, tand 283 / staat 252 / islam, overgave, vrede 55
نَقَلوا السُجَناء
يَسْتَجِرُ بَلْجيكا سِجْناً مِن هُلَنْدا
عِنْدَهُ سَجْنُ لِمُدّة سَنَتَينِ
هو سَجينٌ الدَولةِ الإسْلاميّة
هُناكَ فَرْقُ بَينَ السَجينِ السياسيّ وَ السَجينِ الجِنائيّ، وَ يَجِبُ أنْ يَكونَ هُناكَ فَرْقُ أيضاً بَينَ الجُرْمِ السياسيّ وَ الجُرْمِ الجِنائي
Even de regels over de dualis of tweevoud herhalen:
Het tweevoud van zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden komt tot stand door het achtervoegsel -ãni of –ayni toe te voegen. De uitgang wordt achter de enkelvoudige vorm geplaatst. De tã marbuta van vrouwelijke woorden verandert dan in een gewone tã. De –ãni-uitgang wordt gebruikt voor het onderwerp en het naamwoordelijke deel van het gezegde, de –ãyni-uitgang na voorzetsels en in andere gevallen. DM-VP, 5.5.2