319 جسم
Van deze wortel is enkel de afleiding جِسْم in gebruik: lichaam, lijf, romp, organisme.
Meervouden zijn أجْسام أو جُسوم.
Gelukkig heeft hij een sterk lichaam/ het lichaamsgewicht is toegenomen door het succes van fast-food //
Hij zit op de stoel en staart naar het lichaam van Abdoe, uitgestrekt op de grond (FDA 745)
حسن - حظّ - عند - قوي - وزن - كثر - نجح - سرع - وجب
جلس - على - قعد - هو - حدق / حَدَّقَ - في - عبد - مدّ - ارض
Gelukkig 59 / fortuin, lot 411 / sterk 574 / wegen 117 / veel 183 / slagen 277 / snel 142 / maaltijd, moeten 235 //
Zitten 65 / op, over, bij 777 / basis, stoel 536 / hij, het 958 / tuin, staren 477 / op, in, te 355 / slaaf 887 / uitstrekken 290 / aarde 159
لِحُسْنِ الحَظِّ عِنْدَهُ جِسْمُ قَويّ
كَثُرَ وَزْنُ الجِسْمِ بِنَجاحِ الوَجَبات السَريعة
يَجْلِسُ عَلى المَقْعَدِ وَ هُوَ يُحَدِّقُ في جِسْمِ عَبْدوِ المُمَدَّدِ عَلى الأرْض
In de 1e zin: (letterlijk) door de goedheid van het lot
Van deze wortel is enkel de afleiding جِسْم in gebruik: lichaam, lijf, romp, organisme.
Meervouden zijn أجْسام أو جُسوم.
Gelukkig heeft hij een sterk lichaam/ het lichaamsgewicht is toegenomen door het succes van fast-food //
Hij zit op de stoel en staart naar het lichaam van Abdoe, uitgestrekt op de grond (FDA 745)
حسن - حظّ - عند - قوي - وزن - كثر - نجح - سرع - وجب
جلس - على - قعد - هو - حدق / حَدَّقَ - في - عبد - مدّ - ارض
Gelukkig 59 / fortuin, lot 411 / sterk 574 / wegen 117 / veel 183 / slagen 277 / snel 142 / maaltijd, moeten 235 //
Zitten 65 / op, over, bij 777 / basis, stoel 536 / hij, het 958 / tuin, staren 477 / op, in, te 355 / slaaf 887 / uitstrekken 290 / aarde 159
لِحُسْنِ الحَظِّ عِنْدَهُ جِسْمُ قَويّ
كَثُرَ وَزْنُ الجِسْمِ بِنَجاحِ الوَجَبات السَريعة
يَجْلِسُ عَلى المَقْعَدِ وَ هُوَ يُحَدِّقُ في جِسْمِ عَبْدوِ المُمَدَّدِ عَلى الأرْض
In de 1e zin: (letterlijk) door de goedheid van het lot