296 صيف
Maar twee veel gebruikte afleidingen:
صَيف - أصْياف zomer
صَيفيّ zomers
In de winter in de stad, in de zomer aan de kust / ik heb ’s zomers geen tijd: er zijn de groenten in mijn tuin //
Ze ging door met die taak tot na het verstrijken van de zomervakantie en het begin van de school (FDA 2377)
شِتو - مدن - شطأ - خلّ - ليس - عند - وقت - وجد - خضر - بُسْتان //
مرّ - ذا - وظف - حتي - بعد - قضي - عطل - بدأ - درس
Winter 392 / stad 341 / kust 306 / tijdens 286 / niet zijn 60 / met, bij 439 / tijd 334 / vinden 278 / groen 335 / moestuin //
(Ver-)keer, doorbrengen 408 / deze, die 182 / taak 437 / tot 467 / ver, daarna 424 / doorbrengen, blijven 408 / kapot, verlof 42 / beginnen 414 / leren, school 192
في الشِتاءِ في المَدينة، في الصَيفِ على الشاطي
خِلالَ الصَّيفِ لَيسَ عِنْدي وَقْتُ : توجَدُ الخَضْراوات في بُسْتاني
اِسْتَمَّرَت تِلكَ الوَظيفةَ حَتى بَعْدَ اِنْقِضاءِ العُطْلةِ الصَيفيّةِ وَ بَدْءِ الدِراسة
Maar twee veel gebruikte afleidingen:
صَيف - أصْياف zomer
صَيفيّ zomers
In de winter in de stad, in de zomer aan de kust / ik heb ’s zomers geen tijd: er zijn de groenten in mijn tuin //
Ze ging door met die taak tot na het verstrijken van de zomervakantie en het begin van de school (FDA 2377)
شِتو - مدن - شطأ - خلّ - ليس - عند - وقت - وجد - خضر - بُسْتان //
مرّ - ذا - وظف - حتي - بعد - قضي - عطل - بدأ - درس
Winter 392 / stad 341 / kust 306 / tijdens 286 / niet zijn 60 / met, bij 439 / tijd 334 / vinden 278 / groen 335 / moestuin //
(Ver-)keer, doorbrengen 408 / deze, die 182 / taak 437 / tot 467 / ver, daarna 424 / doorbrengen, blijven 408 / kapot, verlof 42 / beginnen 414 / leren, school 192
في الشِتاءِ في المَدينة، في الصَيفِ على الشاطي
خِلالَ الصَّيفِ لَيسَ عِنْدي وَقْتُ : توجَدُ الخَضْراوات في بُسْتاني
اِسْتَمَّرَت تِلكَ الوَظيفةَ حَتى بَعْدَ اِنْقِضاءِ العُطْلةِ الصَيفيّةِ وَ بَدْءِ الدِراسة