281 خمس
Vijf, de vijfde dag = donderdag, enz.
خَمْسة vijf
خَمْسون vijftig
خَمْسين de jaren vijftig
خَميس donderdag
خامِس vijfde
Vijf jaar en vijf dagen/ wij vergaderen op donderdagavond/ het is vijf voor vijf //
Van hier uit draait hij om naar rechts, dan gaat hij ongeveer 50 passen vooruit, daarna moet hij dan terechtkomen bij een grote steen (FDA 1526)
سنو - يوم - جمع - مسو - سوع - دقّ //
من - هنا - دور - يمن - ثمّ - قدم - نحو - خطو - بغي - ان - وقع - بعد - على - حجر - كبر
Jaar 671 / dag 248 / samen 215 / avond 171 / uur 258 / kloppen 218 //
Wie, uit, van 367 / hier, daar 718 / draaien, omkeren 4 / rechts 20 / toen, dan 323 / aanbieden, vooruitgaan 81 / naar, ongeveer 872 / stap 1359 / wensen, moeten 1276 / dat, indien 165 / vallen liggen, terechtkomen 385 / ver, daarna 424 / op, over, bij 777 / steen 810 / groot 12
خَمْس سَنَّواتٍ و خَمْسة أيامٍ
نَجْتَمِحُ في الخَميس مَساءً
الساعة الخامِسة إلى خَمْس دَقائق
مِن هُنا يَسْتَديرُ يَمْنةً ، ثمَّ يَتَقَدَّمُ نَحْو خَمْسينَ خَطوة ، يَنْبَغي أنَّ يَقَعُ بَعْدَها عَلى حَجَرِ كَبير
Telwoorden worden beschouwd als zelfstandige naamwoorden en worden gevolgd door het getelde in onbepaald meervoud, dus de –ien uitgang.
Daarenboven geldt de polariteit: een vrouwelijk woord vraagt een mannelijk telwoord, en omgekeerd, dit enkel bij de getallen van drie tot en met tien.
De getallen van 11 tot 99 worden gevolgd door a-uitgang enkelvoud; vanaf 100 door de i-uitgang enkelvoud ( DM-VP1, 10.7 ).
Vijf, de vijfde dag = donderdag, enz.
خَمْسة vijf
خَمْسون vijftig
خَمْسين de jaren vijftig
خَميس donderdag
خامِس vijfde
Vijf jaar en vijf dagen/ wij vergaderen op donderdagavond/ het is vijf voor vijf //
Van hier uit draait hij om naar rechts, dan gaat hij ongeveer 50 passen vooruit, daarna moet hij dan terechtkomen bij een grote steen (FDA 1526)
سنو - يوم - جمع - مسو - سوع - دقّ //
من - هنا - دور - يمن - ثمّ - قدم - نحو - خطو - بغي - ان - وقع - بعد - على - حجر - كبر
Jaar 671 / dag 248 / samen 215 / avond 171 / uur 258 / kloppen 218 //
Wie, uit, van 367 / hier, daar 718 / draaien, omkeren 4 / rechts 20 / toen, dan 323 / aanbieden, vooruitgaan 81 / naar, ongeveer 872 / stap 1359 / wensen, moeten 1276 / dat, indien 165 / vallen liggen, terechtkomen 385 / ver, daarna 424 / op, over, bij 777 / steen 810 / groot 12
خَمْس سَنَّواتٍ و خَمْسة أيامٍ
نَجْتَمِحُ في الخَميس مَساءً
الساعة الخامِسة إلى خَمْس دَقائق
مِن هُنا يَسْتَديرُ يَمْنةً ، ثمَّ يَتَقَدَّمُ نَحْو خَمْسينَ خَطوة ، يَنْبَغي أنَّ يَقَعُ بَعْدَها عَلى حَجَرِ كَبير
Telwoorden worden beschouwd als zelfstandige naamwoorden en worden gevolgd door het getelde in onbepaald meervoud, dus de –ien uitgang.
Daarenboven geldt de polariteit: een vrouwelijk woord vraagt een mannelijk telwoord, en omgekeerd, dit enkel bij de getallen van drie tot en met tien.
De getallen van 11 tot 99 worden gevolgd door a-uitgang enkelvoud; vanaf 100 door de i-uitgang enkelvoud ( DM-VP1, 10.7 ).