245 منذ
De betekenis van مُنْذُ is “sedert, sinds”.
Hij is pas buitengegaan / sinds een maand is hij ziek / deze oorlog is lang geleden //
Beiden praatten met mekaar zowat twee uur .. en sinds die avond veranderde zijn leven ( FDA 175)
طول - وقت - حرب - مرض - شهر - قرب - خرج //
كلم - ما - قرب - سوع - ذا - ليل - غير - حيّ
Lang 148 / tijd 334 / oorlog 129 / ziek 263 / maand, beroemd 77 / nabij 31 / buitengaan 26 //
Woord 14 / wat, niet 796 / uur 258 / deze, die 182 / nacht 106 / veranderen, on- 270 / leven 359
خَرَجَ مُنْذُ قَريبٍ
مُنْذُ شَهْرٍ و هو مَريضٌ
هَذِهِ الحَرْبُ مُنْذُ وَقْتٍ طَويلٍ
تَكَلَّمانِ ما يَقْرَبُ ساعَتينَ .. وَ مُنْذُ تِلْكَ اللَيلة تَغَيَّرَت حَياتُهُ
Even herhalen uit DM-VP1, 2.2 over de hulptekens َ ِ ُ voor korte klinkers.
“Aan het einde van een woord kunnen deze tekens verdubbeld worden om respectievelijk de uitgangen ً –an , -in ٍ en –un ٌ aan te geven. Hierbij staat de klinker voor de naamvalsuitgang en de n voor onbepaaldheid. De dubbele fatha َ wordt bij mannelijke onbepaalde woorden ondersteund door een alif. Voorbeeld: يَشْتَري كِتاباً hij koopt een boek.
Het gezegde, zoals “ziek” in de 2e zin, is altijd zonder lidwoord en onbepaald.
De betekenis van مُنْذُ is “sedert, sinds”.
Hij is pas buitengegaan / sinds een maand is hij ziek / deze oorlog is lang geleden //
Beiden praatten met mekaar zowat twee uur .. en sinds die avond veranderde zijn leven ( FDA 175)
طول - وقت - حرب - مرض - شهر - قرب - خرج //
كلم - ما - قرب - سوع - ذا - ليل - غير - حيّ
Lang 148 / tijd 334 / oorlog 129 / ziek 263 / maand, beroemd 77 / nabij 31 / buitengaan 26 //
Woord 14 / wat, niet 796 / uur 258 / deze, die 182 / nacht 106 / veranderen, on- 270 / leven 359
خَرَجَ مُنْذُ قَريبٍ
مُنْذُ شَهْرٍ و هو مَريضٌ
هَذِهِ الحَرْبُ مُنْذُ وَقْتٍ طَويلٍ
تَكَلَّمانِ ما يَقْرَبُ ساعَتينَ .. وَ مُنْذُ تِلْكَ اللَيلة تَغَيَّرَت حَياتُهُ
Even herhalen uit DM-VP1, 2.2 over de hulptekens َ ِ ُ voor korte klinkers.
“Aan het einde van een woord kunnen deze tekens verdubbeld worden om respectievelijk de uitgangen ً –an , -in ٍ en –un ٌ aan te geven. Hierbij staat de klinker voor de naamvalsuitgang en de n voor onbepaaldheid. De dubbele fatha َ wordt bij mannelijke onbepaalde woorden ondersteund door een alif. Voorbeeld: يَشْتَري كِتاباً hij koopt een boek.
Het gezegde, zoals “ziek” in de 2e zin, is altijd zonder lidwoord en onbepaald.