200 فصل
Heeft te maken met “scheiden, onderscheiden, splitsen” te maken, en vandaar “seizoen, klas, detail", en dergelijke meer.
Noteer wel dat “(uit de echt) scheiden” niet met deze wortel wordt uitgedrukt, maar met طلق (wortel 147).
فَصَلَ scheiden; ontslaan; oordelen
فَصْل - فُصول scheiding; klas; seizoen; ontslag
فاصِل pauze, onderbreking; scheidend
فَصيلة factie, groep; familie (biol.)
اِنْفِصال scheiding, separatie
اِنْفِصاليّ separatistisch
مُنْفَصِل afzonderlijk, apart
تَفْصيل - تَفْصيلات أو تَفاصِيل detail, specificatie
تَفْصيليّ gedetailleerd
مَفْصِل - مَفاصِل gewricht, geleding
De vier seizoenen / hij treedt niet in details / de directeur stuurde een leerling van school / in België zijn er separatistische bewegingen / in het westen is de scheiding der machten normaal (gebruikelijk) //
Het ministerie leverde deze geavanceerde kunstgewrichten als aanvulling bij al de orthopedische toestellen en benodigdheden (FDA 4333)
ربع - وجد - دخل - دور- درس - تلمذ - حرك - غرب - سلط - عود //
قوم - وزر - بِ - وفر - ذا - صنع - قدم - ضيف - إلى - كفّ - ادي - لزم - جرح - عظم
Vier 240 - vinden 278 - binnengaan 224 - draaien 4 - leren, school 192 – leerling 170 - bewegen 68 - ondergaan (zon) 48 - macht 269 - gewoonte 167 //
Opstaan, doen 518 / vizier, minister 115 / met, door, bij 612 / beschikbaar 834 / deze, die 182 / fabriceren 590 / aanbieden, geavanceerd 81 / gast, bijvoegen 325 / naar 769 / allemaal 1298 / uitvoeren, toestel 816 / nodig 766 / wonde, chirurg 339 / aanzien, beenderen 247
الفُصول الأرْبَعة
لا يَدْخُلُ في التَفاصِيلِ
فَصَلَ المُديرُ تِلْميذاً مِن المَدْرَسةِ
في بَلْجيكاِ تَوجَدُ حَرَكات اِنْفِصاليّةٌ
في الغَرْبِ فَصْلُ السُلُطاتِ عاديّ
قامَت الوِزارةُ بِتَوفيرِ هَذِهِ المَفاصِلِ الصَناعيةِ المُتَقَدِّمةِ إضافةً إلى كافّةِ أدَواتِ وَ لَوازِمِ جِراحةِ العِظام
Heeft te maken met “scheiden, onderscheiden, splitsen” te maken, en vandaar “seizoen, klas, detail", en dergelijke meer.
Noteer wel dat “(uit de echt) scheiden” niet met deze wortel wordt uitgedrukt, maar met طلق (wortel 147).
فَصَلَ scheiden; ontslaan; oordelen
فَصْل - فُصول scheiding; klas; seizoen; ontslag
فاصِل pauze, onderbreking; scheidend
فَصيلة factie, groep; familie (biol.)
اِنْفِصال scheiding, separatie
اِنْفِصاليّ separatistisch
مُنْفَصِل afzonderlijk, apart
تَفْصيل - تَفْصيلات أو تَفاصِيل detail, specificatie
تَفْصيليّ gedetailleerd
مَفْصِل - مَفاصِل gewricht, geleding
De vier seizoenen / hij treedt niet in details / de directeur stuurde een leerling van school / in België zijn er separatistische bewegingen / in het westen is de scheiding der machten normaal (gebruikelijk) //
Het ministerie leverde deze geavanceerde kunstgewrichten als aanvulling bij al de orthopedische toestellen en benodigdheden (FDA 4333)
ربع - وجد - دخل - دور- درس - تلمذ - حرك - غرب - سلط - عود //
قوم - وزر - بِ - وفر - ذا - صنع - قدم - ضيف - إلى - كفّ - ادي - لزم - جرح - عظم
Vier 240 - vinden 278 - binnengaan 224 - draaien 4 - leren, school 192 – leerling 170 - bewegen 68 - ondergaan (zon) 48 - macht 269 - gewoonte 167 //
Opstaan, doen 518 / vizier, minister 115 / met, door, bij 612 / beschikbaar 834 / deze, die 182 / fabriceren 590 / aanbieden, geavanceerd 81 / gast, bijvoegen 325 / naar 769 / allemaal 1298 / uitvoeren, toestel 816 / nodig 766 / wonde, chirurg 339 / aanzien, beenderen 247
الفُصول الأرْبَعة
لا يَدْخُلُ في التَفاصِيلِ
فَصَلَ المُديرُ تِلْميذاً مِن المَدْرَسةِ
في بَلْجيكاِ تَوجَدُ حَرَكات اِنْفِصاليّةٌ
في الغَرْبِ فَصْلُ السُلُطاتِ عاديّ
قامَت الوِزارةُ بِتَوفيرِ هَذِهِ المَفاصِلِ الصَناعيةِ المُتَقَدِّمةِ إضافةً إلى كافّةِ أدَواتِ وَ لَوازِمِ جِراحةِ العِظام