183 كثر
De wortel van “talrijk, veel, meer”, enz.
كَثُرَ veel zijn, talrijk zijn (stam I)
أكْثَرَ doen toenemen, laten toenemen (stam IV)
تَكاثَرَ toenemen, vermenigvuldigen, reproduceren (stam VI)
كُثْر overvloed, veel
كَثْرة overvloed, veelheid
كَثير veel
أكْثَر (vergrotende en overtreffende trap) meer, meest
أكْثَريّة - الأكْثَرونَ meerderheid, de meeste
Bij de nieuwjaarsfeesten eten we volop / we reizen veel / de meerderheid van de bewoners zijn tegen //
Ons vaderland zal behouden blijven van de ondergang zelfs indien de pikdonkere nachten talrijk zijn (FDA 2729)
حفل - رأس - سنو - اكل - سفر - سكن - عرض //
بقي - وطن - امن - من - ضيع - حتى - ان - ليل - حالِك
Feest 24 / hoofd 253 / jaar 671 / eten 2 / reizen 8 / wonen 10 / tonen, tegenstander 151 //
Blijven 287 / vaderland 275 / veilig 163 / wie, uit, van 367 / zoek, ondergang 894 / tot 467 / dat, indien 165 / pikdonker
في حَفْلاتِ رأْسِ السَنةِ نأْكُلُ بِكَثْرةِ
نُسافِرُ كَثيراً
أكْثَرية السُكّانِ هُم مِن المُعارِضين
سَيَبْقى وَطَنُنا آمِناً مِن الضَياعِ حَتى وَ إنْ كَثُرَت الليالي الحالِكة
De wortel van “talrijk, veel, meer”, enz.
كَثُرَ veel zijn, talrijk zijn (stam I)
أكْثَرَ doen toenemen, laten toenemen (stam IV)
تَكاثَرَ toenemen, vermenigvuldigen, reproduceren (stam VI)
كُثْر overvloed, veel
كَثْرة overvloed, veelheid
كَثير veel
أكْثَر (vergrotende en overtreffende trap) meer, meest
أكْثَريّة - الأكْثَرونَ meerderheid, de meeste
Bij de nieuwjaarsfeesten eten we volop / we reizen veel / de meerderheid van de bewoners zijn tegen //
Ons vaderland zal behouden blijven van de ondergang zelfs indien de pikdonkere nachten talrijk zijn (FDA 2729)
حفل - رأس - سنو - اكل - سفر - سكن - عرض //
بقي - وطن - امن - من - ضيع - حتى - ان - ليل - حالِك
Feest 24 / hoofd 253 / jaar 671 / eten 2 / reizen 8 / wonen 10 / tonen, tegenstander 151 //
Blijven 287 / vaderland 275 / veilig 163 / wie, uit, van 367 / zoek, ondergang 894 / tot 467 / dat, indien 165 / pikdonker
في حَفْلاتِ رأْسِ السَنةِ نأْكُلُ بِكَثْرةِ
نُسافِرُ كَثيراً
أكْثَرية السُكّانِ هُم مِن المُعارِضين
سَيَبْقى وَطَنُنا آمِناً مِن الضَياعِ حَتى وَ إنْ كَثُرَت الليالي الحالِكة