177 حفد
Deze wortel, weinig gebruikt, wordt gebruikt om een kleinkind aan te geven. Maar couranter is de omschrijving: dochter/ zoon van mijn zoon, dochter/zoon van mijn dochter, enz. Voor oom en tante kan je ook verder met “broer/zus van mijn vader/moeder”. Maar je vindt toch specifieke termen.
َEr zijn veel wortels die verwijzen naar "gezin, familie": أسْرة 179، عائلة 176، أهل 174 .
حَفيد - أحْفاد kleinkind, kleinzoon
حفيدة kleindochter
اِبْن اِبْنِهِ أو اِبْن بِنْتِهِ
Het kleinkind: hij een van de kinderen van de zoon of de dochter van een of andere persoon (Wikipedia)
احد - ولد - بنو - شخص ما
Iemand, zondag 378 / geboorte 63 / dochter, zoon 175 / persoon 425 / wat, niet, een of ander 796
الحَفيد: هُوَ أحَدٌ أولادٌ الاِبْنِ أو الاِبْنةِ لِشخْصِ ما
Schoonzoon نَسيب، خَتَن، زَوْج الاِبْنةِ
Schoonzus (zus van man) أُخْت الزَوجِ
(echtgenote van broer) سِلْفة أو كَنّة
Schoondochter زَوجة الاِبْن
Schoonvader حَما
Schoonmoeder حَماة
Oom (broer van moeder) خال - أخْوال
Oom (broer van vader) عَمّ - أعْمام
Tante (zus van moeder) خالة
Tante (zus van vader) عَمّة
Neef (اِبْن عمٍّ(ة) ، اِبْن خالٍ(ة)
Nicht ( بِنْت عَمٍّ(ة) ، بِنْت خالٍ(ة)
Neef (oomzegger) اِبْن أخٍ ، بِنْت أُخْتٍ
Nicht (oomzegster) بِنْت أخٍ ، بِنْت أُخْتٍ
Deze wortel, weinig gebruikt, wordt gebruikt om een kleinkind aan te geven. Maar couranter is de omschrijving: dochter/ zoon van mijn zoon, dochter/zoon van mijn dochter, enz. Voor oom en tante kan je ook verder met “broer/zus van mijn vader/moeder”. Maar je vindt toch specifieke termen.
َEr zijn veel wortels die verwijzen naar "gezin, familie": أسْرة 179، عائلة 176، أهل 174 .
حَفيد - أحْفاد kleinkind, kleinzoon
حفيدة kleindochter
اِبْن اِبْنِهِ أو اِبْن بِنْتِهِ
Het kleinkind: hij een van de kinderen van de zoon of de dochter van een of andere persoon (Wikipedia)
احد - ولد - بنو - شخص ما
Iemand, zondag 378 / geboorte 63 / dochter, zoon 175 / persoon 425 / wat, niet, een of ander 796
الحَفيد: هُوَ أحَدٌ أولادٌ الاِبْنِ أو الاِبْنةِ لِشخْصِ ما
Schoonzoon نَسيب، خَتَن، زَوْج الاِبْنةِ
Schoonzus (zus van man) أُخْت الزَوجِ
(echtgenote van broer) سِلْفة أو كَنّة
Schoondochter زَوجة الاِبْن
Schoonvader حَما
Schoonmoeder حَماة
Oom (broer van moeder) خال - أخْوال
Oom (broer van vader) عَمّ - أعْمام
Tante (zus van moeder) خالة
Tante (zus van vader) عَمّة
Neef (اِبْن عمٍّ(ة) ، اِبْن خالٍ(ة)
Nicht ( بِنْت عَمٍّ(ة) ، بِنْت خالٍ(ة)
Neef (oomzegger) اِبْن أخٍ ، بِنْت أُخْتٍ
Nicht (oomzegster) بِنْت أخٍ ، بِنْت أُخْتٍ