165 ان
Het voegwoord أنَّ kennen we: dat om een ondergeschikte zin, met het ww in de aanvoegende wijs, in te leiden. Na قالَ zeggen ( 321) wordt het voegwoord َإنّ. Maar dit wordt ook gebruikt om een zin in te leiden, met de betekenis “voorwaar, zowaar”.
Zie DM-VP2, 5.3
Wij hoorden dat de minister komt / ze zal niet naar school gaan omdat ze ziek is / hij werkt hard / hij behandelde ze alsof ze kinderen waren / de politie is niet naar binnen gegaan omdat de wet het haar verbiedt / als jij mij slaat, sla ik jou / hij wil naar huis gaan //
Ik moet zeggen dat ik niet de thema's van mijn boek gekozen heb, maar dat zij mij gekozen hebben (FDA ؟ )
سمع - وزر - أتى - ذهب - درس - مرض - عمل - كثر - طفل - دخل - شرط - قنن - منع - من - ذا - بدّ - قول - خير - وضع - كتب - الّتي
Horen 231/ vizier, minister 115 / komen 214 / gaan 71 / school, leren 192 / ziek 263 / werken 46 / veel 183 / kind 435 / binnengaan 224 / politie, beding 238 / wet 365 / verbieden 502 / wie, uit, van 367 / deze, die 182 /
Onvermijdelijk, despotisme 1356 / zeggen 321 / beter, best, kiezen 189 / zetten, onderwerp 204 / schrijven 53 / die, dat 1004 /
سَمِعْنا أَنَّ الوَزيرُ سَيأْتي
لَنْ تَذْهَبَ إلى المَدْرَسةِ لِأنَّها مَريضةٌ
إنَّهُ يَعْمَلُ كَثيراً
عامَلَهُمْ على أَنَّهُمْ أطْفالٌ
لم تَدْخُلْ الشُرْطةُ لِأنَّ القانونَ يَمْنَعُها مِن ذلك
Ook أنْ (zonder sjadda) bestaat in dezelfde betekenis: het staat na werkwoorden die een willen, moeten of kunnen uitdrukken en wordt ook gevolgd door de aanvoegende wijs. (DM-VP2, 5.3)
إنْ betekent ook “indien, als”. Bekend is إنْ شاءَ الله.
إنْ ضَرَبْتَني ضَرَبْتُكَ
يُريدُ أنْ يَذْهَبَ إلى البَيْتِ
لا بُدَّ أن أقولَ إنَّني لا أخْتارُ مَواضيع كِتابي وَ إنَّها هي اِللَتي تَخْتارُني
Het voegwoord أنَّ kennen we: dat om een ondergeschikte zin, met het ww in de aanvoegende wijs, in te leiden. Na قالَ zeggen ( 321) wordt het voegwoord َإنّ. Maar dit wordt ook gebruikt om een zin in te leiden, met de betekenis “voorwaar, zowaar”.
Zie DM-VP2, 5.3
Wij hoorden dat de minister komt / ze zal niet naar school gaan omdat ze ziek is / hij werkt hard / hij behandelde ze alsof ze kinderen waren / de politie is niet naar binnen gegaan omdat de wet het haar verbiedt / als jij mij slaat, sla ik jou / hij wil naar huis gaan //
Ik moet zeggen dat ik niet de thema's van mijn boek gekozen heb, maar dat zij mij gekozen hebben (FDA ؟ )
سمع - وزر - أتى - ذهب - درس - مرض - عمل - كثر - طفل - دخل - شرط - قنن - منع - من - ذا - بدّ - قول - خير - وضع - كتب - الّتي
Horen 231/ vizier, minister 115 / komen 214 / gaan 71 / school, leren 192 / ziek 263 / werken 46 / veel 183 / kind 435 / binnengaan 224 / politie, beding 238 / wet 365 / verbieden 502 / wie, uit, van 367 / deze, die 182 /
Onvermijdelijk, despotisme 1356 / zeggen 321 / beter, best, kiezen 189 / zetten, onderwerp 204 / schrijven 53 / die, dat 1004 /
سَمِعْنا أَنَّ الوَزيرُ سَيأْتي
لَنْ تَذْهَبَ إلى المَدْرَسةِ لِأنَّها مَريضةٌ
إنَّهُ يَعْمَلُ كَثيراً
عامَلَهُمْ على أَنَّهُمْ أطْفالٌ
لم تَدْخُلْ الشُرْطةُ لِأنَّ القانونَ يَمْنَعُها مِن ذلك
Ook أنْ (zonder sjadda) bestaat in dezelfde betekenis: het staat na werkwoorden die een willen, moeten of kunnen uitdrukken en wordt ook gevolgd door de aanvoegende wijs. (DM-VP2, 5.3)
إنْ betekent ook “indien, als”. Bekend is إنْ شاءَ الله.
إنْ ضَرَبْتَني ضَرَبْتُكَ
يُريدُ أنْ يَذْهَبَ إلى البَيْتِ
لا بُدَّ أن أقولَ إنَّني لا أخْتارُ مَواضيع كِتابي وَ إنَّها هي اِللَتي تَخْتارُني