1336 ذوب
Dit is de wortel van “smelten”.
ذابَ smelten, wegsmelten, ontdooien
Het ijs van boven op de bergen begon te smelten / na de middag smelt de sneeuw / ontdooi de vis en bak hem in de pan
بدأ - جلد - فوق - جبل - ظهر - بعد - ثلج - سمك - حمر - قلي / مِقْلاة
Beginnen 414 / huid, ijs 1318 / boven 739 / berg 242 / rug, middag 152 / ver, daarna 424 / sneeuw 746 / vis 407 / rood, bakken 128 / braadpan
بَدأ يَذوبُ الجَليدُ مِن فَوقَ الجِبال
بَعْدَ الظُهْرِ يَذوبُ الثَلْج
أذِب السَمَكة و حَمِّرْها في المِقْلاة
Stam IV van dit werkwoord أذاب heeft een causatieve betekenis: doen smelten, ontdooien. De imperatiefvorm in de laatste zin komt daarvan.
Dit is de wortel van “smelten”.
ذابَ smelten, wegsmelten, ontdooien
Het ijs van boven op de bergen begon te smelten / na de middag smelt de sneeuw / ontdooi de vis en bak hem in de pan
بدأ - جلد - فوق - جبل - ظهر - بعد - ثلج - سمك - حمر - قلي / مِقْلاة
Beginnen 414 / huid, ijs 1318 / boven 739 / berg 242 / rug, middag 152 / ver, daarna 424 / sneeuw 746 / vis 407 / rood, bakken 128 / braadpan
بَدأ يَذوبُ الجَليدُ مِن فَوقَ الجِبال
بَعْدَ الظُهْرِ يَذوبُ الثَلْج
أذِب السَمَكة و حَمِّرْها في المِقْلاة
Stam IV van dit werkwoord أذاب heeft een causatieve betekenis: doen smelten, ontdooien. De imperatiefvorm in de laatste zin komt daarvan.