1138 فأد
Hiermee wordt het hart bedoeld, niet het orgaan (wortel 139, قلب ) maar de “mind”, het innerlijke van een persoon.
Hiervoor heeft het Arabisch ook het frequenter voorkomend عَقْليّة van wortel 888, verstand.
فُؤاد hart; Fu’ad
Zorgeloos studeerde hij 5 jaren aan de universiteit / met zo’n mentaliteit kom je er niet / zijn handelsgeest maakte van zijn bedrijf een grote fabriek
فرغ - درس - لِ - مدّ - خمس - عام - في - جمع - لن - ذا - نجح - هو - تجر - جعل - شرك - عمل - كبر
Leegte 540 / leren, school 192 / aan, van, voor 767 / uitstrekken, duur 290 / vijf 281 / jaar 229 / in, te, op 355 / samen, universiteit 215 / niet (toek.) 919 / deze, die 182 / slagen 277 / hij, het 958 / handel 508 / doen 653 / deelnemen 76 / werken 46 / groot 12
فارِغُ الفُؤادِ دَرَسَ لِمُدّةِ خَمْسِ أعْوامٍ في الجامِعة
لَن تَنْجَحَ بِهَذا الفُؤاد
جَعَلَ فُؤادُهُ التِجاريّ شَرِكَتَهُ مَهمَلاً كَبيراً
De eerste zin begint met een oneigenlijke bezitsconstructie (DM-VP2, 5.4).
لَن is, naast لا , de ontkenning van een toekomstig feit. Het werkwoord komt wel in de aanvoegende wijs.
Hiermee wordt het hart bedoeld, niet het orgaan (wortel 139, قلب ) maar de “mind”, het innerlijke van een persoon.
Hiervoor heeft het Arabisch ook het frequenter voorkomend عَقْليّة van wortel 888, verstand.
فُؤاد hart; Fu’ad
Zorgeloos studeerde hij 5 jaren aan de universiteit / met zo’n mentaliteit kom je er niet / zijn handelsgeest maakte van zijn bedrijf een grote fabriek
فرغ - درس - لِ - مدّ - خمس - عام - في - جمع - لن - ذا - نجح - هو - تجر - جعل - شرك - عمل - كبر
Leegte 540 / leren, school 192 / aan, van, voor 767 / uitstrekken, duur 290 / vijf 281 / jaar 229 / in, te, op 355 / samen, universiteit 215 / niet (toek.) 919 / deze, die 182 / slagen 277 / hij, het 958 / handel 508 / doen 653 / deelnemen 76 / werken 46 / groot 12
فارِغُ الفُؤادِ دَرَسَ لِمُدّةِ خَمْسِ أعْوامٍ في الجامِعة
لَن تَنْجَحَ بِهَذا الفُؤاد
جَعَلَ فُؤادُهُ التِجاريّ شَرِكَتَهُ مَهمَلاً كَبيراً
De eerste zin begint met een oneigenlijke bezitsconstructie (DM-VP2, 5.4).
لَن is, naast لا , de ontkenning van een toekomstig feit. Het werkwoord komt wel in de aanvoegende wijs.