1109 ثرو
Rijkdom is hier het kernwoord.
Ook غني wortel 49 van “rijk (en zingen)”, heeft een afleiding voor rijkdom: غَناء , minder frequent evenwel.
ثَرْوة rijkdom, vermogen, fortuin, bezit, weelde
De natuurlijke rijkdommen van het land zijn beperkt / zijn fortuin komt van speculeren op de beurs / door de droogte verminderde de veestapel met de helft //
Hij zei bij zichzelf dat Allah hem ontzaglijke rijkdom had gegeven en hij dus ervan moest uitgeven naar zijn vermogen ( FDA 1743 )
طبع - بلد - ال - حدّ - هو - اتي - من - ضرب - في - بورص - ورق - مول - بِ - سبّ - جفّ - خفض - حيّ - بِ - نسب - نصف//
قول - نفس - الله - عطي - طول / طائل - نفق - وازى - قدر
Natuur 205 / land 3 / de, het 1003 / grens 400 / hij, het 958 / komen 214 / wie, uit, van 367 / slaan, speculeren 357 / in, te, op 355 / beurs 1047 / papier, document 202 / geld 537 / met, door, bij 612 / oorzaak 94 / droog 122 / zakken 488 / leven, dier 359 / betrekking, verhouding 61 / helft 265 //
Zeggen 321 / zelf 62 / Allah, god 705 / geven 370 / lang, enorm 148 / uitgave 613 / gelijk zijn aan / kunnen, vermogen 515
ثَرَواتُ البَلَدِ الطَبيعيّةُ مُحَدَّدة
تأتي ثَرْوَتُهُ مِن مُضارَبةِ في بورْصةِ الأوراقِ الماليّة
بِسَبَبِ الجَفافِ اِنْخَفَضَت الثَرْوةُ الحَيَوانيّة بِنِسْبةِ النِصْف
قالَ لِنَفْسِهِ إنَّ اللهَ أعَطاهُ ثَرْوةً طائلةً ، فَعَليهِ أنَّ يُنْفِقَ بِها يُوازي قُُدْرَتَه
In de 1e zin weer de illustratie van de regel dat een zelfstandig naamwoord (rijkdommen) en zijn aanvulling (van het land) niet door een bijvoeglijk naamwoord ( natuurlijke) mogen gescheiden worden.
Rijkdom is hier het kernwoord.
Ook غني wortel 49 van “rijk (en zingen)”, heeft een afleiding voor rijkdom: غَناء , minder frequent evenwel.
ثَرْوة rijkdom, vermogen, fortuin, bezit, weelde
De natuurlijke rijkdommen van het land zijn beperkt / zijn fortuin komt van speculeren op de beurs / door de droogte verminderde de veestapel met de helft //
Hij zei bij zichzelf dat Allah hem ontzaglijke rijkdom had gegeven en hij dus ervan moest uitgeven naar zijn vermogen ( FDA 1743 )
طبع - بلد - ال - حدّ - هو - اتي - من - ضرب - في - بورص - ورق - مول - بِ - سبّ - جفّ - خفض - حيّ - بِ - نسب - نصف//
قول - نفس - الله - عطي - طول / طائل - نفق - وازى - قدر
Natuur 205 / land 3 / de, het 1003 / grens 400 / hij, het 958 / komen 214 / wie, uit, van 367 / slaan, speculeren 357 / in, te, op 355 / beurs 1047 / papier, document 202 / geld 537 / met, door, bij 612 / oorzaak 94 / droog 122 / zakken 488 / leven, dier 359 / betrekking, verhouding 61 / helft 265 //
Zeggen 321 / zelf 62 / Allah, god 705 / geven 370 / lang, enorm 148 / uitgave 613 / gelijk zijn aan / kunnen, vermogen 515
ثَرَواتُ البَلَدِ الطَبيعيّةُ مُحَدَّدة
تأتي ثَرْوَتُهُ مِن مُضارَبةِ في بورْصةِ الأوراقِ الماليّة
بِسَبَبِ الجَفافِ اِنْخَفَضَت الثَرْوةُ الحَيَوانيّة بِنِسْبةِ النِصْف
قالَ لِنَفْسِهِ إنَّ اللهَ أعَطاهُ ثَرْوةً طائلةً ، فَعَليهِ أنَّ يُنْفِقَ بِها يُوازي قُُدْرَتَه
In de 1e zin weer de illustratie van de regel dat een zelfstandig naamwoord (rijkdommen) en zijn aanvulling (van het land) niet door een bijvoeglijk naamwoord ( natuurlijke) mogen gescheiden worden.