108 مرّ
23 afleidingen van deze wortel, waarvan 13 frequent. De basisbetekenis is “passeren, voorbijgaan, keer ”. We kiezen (ver-)keer als trefwoord.
مَرَّ voorbijgaan, passeren
اِسْتَمَرَّ voortduren, doorgaan
مَرّ het verstrijken (van de tijd)
مَرّة keer, maal
مُرور doortocht, verkeer, verloop إشارة المُرور verkeerslichten
مُروريّ verkeers-
مَمَر doorgang, pad, verkeersstrook
تَمْرير het doorspelen, doorgeven
اِسْتِمْرار voortduring
مارّ - مارّة voetganger, voorbijganger, passant
مُسْتَمِرّ voortdurend, aanhoudend
En als buitenbeentje:
مُرّ bitter, wrang
مَرارة galblaas, bitterheid
Hij gaat een brug over / vier uren zijn verstreken / in een keer, eenmaal - tweemaal / weer, nogmaals - de laatste keer - vaak, meerdere malen, dikwijls / telkens - meer dan eens / / bergpas / een gevaarlijke passage //
De folteringen duren voort tot de beklaagde zich overgeeft en bekent wat ook met hem in verband wordt gebracht (FDA 726)
جسر - ربع - سوع - وحد - اخر - كلّ - كثر - من - جبل - خطر //
عذب - حتى - سلم - وهم - عرف - في - بِ - نسب - إلى
Brug 762 / vier 240 / uur 258 / een, enig 264 / achter, ander 168 / elk, alle 730 / veel 183 / wie, van, uit 367 / berg 242 / gevaar 542 //
Foltering 732 / tot 467 / vrede, overgave, islam 55 / fantasie, beschuldigen 734 / weten, bekennen 41 / op, in, te 355 / met, door, bij 612 / wat, niet, wat ook 796 / betrekking 61 / naar 769
يَمُرُ بِجِسْرٍ
مَرَّتْ أرْبَعُ ساعاتٍ
مَرّة واحِدةً - مَرَّتَيْنِ
مَرّة أُخْرى - المَرّة الأخيرة - مِراراً
كُلَّ مَرّةٍ - أكْثَر مِن مَرّةٍ
مَمَرّ جَبَليّ - مَمَر خَطِر
يَسْتَمِّرُ التَعْذيبُ حَتى يَسْتَسْلِمَ المُتَّهَمَ وَ يَعْتَرِفَ في بِما هُوَ مَنْسوبٌ إليه
23 afleidingen van deze wortel, waarvan 13 frequent. De basisbetekenis is “passeren, voorbijgaan, keer ”. We kiezen (ver-)keer als trefwoord.
مَرَّ voorbijgaan, passeren
اِسْتَمَرَّ voortduren, doorgaan
مَرّ het verstrijken (van de tijd)
مَرّة keer, maal
مُرور doortocht, verkeer, verloop إشارة المُرور verkeerslichten
مُروريّ verkeers-
مَمَر doorgang, pad, verkeersstrook
تَمْرير het doorspelen, doorgeven
اِسْتِمْرار voortduring
مارّ - مارّة voetganger, voorbijganger, passant
مُسْتَمِرّ voortdurend, aanhoudend
En als buitenbeentje:
مُرّ bitter, wrang
مَرارة galblaas, bitterheid
Hij gaat een brug over / vier uren zijn verstreken / in een keer, eenmaal - tweemaal / weer, nogmaals - de laatste keer - vaak, meerdere malen, dikwijls / telkens - meer dan eens / / bergpas / een gevaarlijke passage //
De folteringen duren voort tot de beklaagde zich overgeeft en bekent wat ook met hem in verband wordt gebracht (FDA 726)
جسر - ربع - سوع - وحد - اخر - كلّ - كثر - من - جبل - خطر //
عذب - حتى - سلم - وهم - عرف - في - بِ - نسب - إلى
Brug 762 / vier 240 / uur 258 / een, enig 264 / achter, ander 168 / elk, alle 730 / veel 183 / wie, van, uit 367 / berg 242 / gevaar 542 //
Foltering 732 / tot 467 / vrede, overgave, islam 55 / fantasie, beschuldigen 734 / weten, bekennen 41 / op, in, te 355 / met, door, bij 612 / wat, niet, wat ook 796 / betrekking 61 / naar 769
يَمُرُ بِجِسْرٍ
مَرَّتْ أرْبَعُ ساعاتٍ
مَرّة واحِدةً - مَرَّتَيْنِ
مَرّة أُخْرى - المَرّة الأخيرة - مِراراً
كُلَّ مَرّةٍ - أكْثَر مِن مَرّةٍ
مَمَرّ جَبَليّ - مَمَر خَطِر
يَسْتَمِّرُ التَعْذيبُ حَتى يَسْتَسْلِمَ المُتَّهَمَ وَ يَعْتَرِفَ في بِما هُوَ مَنْسوبٌ إليه