1056   عضل
 
Twee ver uiteen liggende betekenissen: spier en dilemma.
 
عَضَلة       spier
مُعْضِلة      dilemma, probleem
 
Vroeger was hij een gespierde kerel / nu zijn zijn armspieren zwak geworden / we staan voor een dilemma //
Hier ligt de tedere balsem waarheen hij vluchtte telkens als een probleem voor hem opdook, of een dilemma hem benauwde: zijn moeder. ( FDA 4242)
 
كون  -  هو -  في  -  مضي  -  رجل  -  مَفْتول  العَضلاتِ  - اون  -  صبح  - ذرع  -  ضيف  -  وجه  //
رَقَدَ  -  بَلْسَم  - حنّ  -  الّذي  -  كون  -  لجأ  -  كلّ  -  امل  -  شكل  -  ضيق  -  امّ

Zijn 15 / hij, het 958 / in, te, op 355 / verleden 311 / man 186 / gespierd / tijd 166 / morgen, worden 33 / arm 1057 / zwak 575 / richting 571  //
Rusten / balsem / genegenheid, teder 1521 / die, dat 1005 / vluchten 332 / elk, alle 730 / hoop, verwachten 977 / probleem, vorm 29 / eng  860 / moeder 156
 
كانَ  هُوَ  في  الماضي  رَجُلٌ  مَفْتولٌ  العَضَلات
الآن  أصْبَحَت  عَضَلات  ذُرْعينِهِ  ضَعيفة
نُواجِهُ  مُعْضِلة
هُنا  يَرْقُدُ  البَلْسَمٌ  الحَنونُ  ألَّذي  كانَ  يَلْجأ  إليهِ  كُلَّما  أمَلَّت  بِهِ  مُشْكِلة  أو  ضاقَت  بِهِ  مُعْضِلة :هُنا  أمُّهُ