1040 انتم
Dit is het meervoud van أنت (jij, wortel 950), maar wordt in het FDA ( frequentiewoordenboek) apart behandeld.
أنْتوم jullie, u
إنْتو أو إنْتوا jullie, u (dialect)
أنْتُما jullie beiden, jullie twee
أنْتُنَّ jullie ( uitsluitend vrouwelijk)
Dit zijn de vormen voor het onderwerp of het gezegde (nominatief), vooral in nominale zinnen met een verzwegen “zijn”, of als het benadrukt is.
In de andere naamvallen verschijnt het persoonlijk voornaamwoord in de vorm van een suffix كُم أو كُنَّ van het werkwoord, het voorzetsel, of van het substantief om de bezitter aan te geven.
Zijn jullie tevreden? / jullie zijn dus de nieuwe studenten/ ik heb jullie geschenken gezien / in jullie brieven / zijn jullie oude vrienden hier ook?
هَل أنْتُم رَضونٌ؟
فأنْتَم الطُلابُ الحُدُدُ
رأيتتُ هَداياكُم
في رَسائلِكُم
هَل أصْدِقاؤُكُمُ القُدَماءُ هُنا أيضاً
De hamza van het meervoud van صَديق, nl. أصْدِقاء, komt terug op een waw in de nominatief (laatste zin), wordt op een waw geschreven in de nominatief, als een ئ na de alif in de accusatief, en blijft in de genitief ( Ayyuha, p. 57 geeft daar toelichting over).
Dit is het meervoud van أنت (jij, wortel 950), maar wordt in het FDA ( frequentiewoordenboek) apart behandeld.
أنْتوم jullie, u
إنْتو أو إنْتوا jullie, u (dialect)
أنْتُما jullie beiden, jullie twee
أنْتُنَّ jullie ( uitsluitend vrouwelijk)
Dit zijn de vormen voor het onderwerp of het gezegde (nominatief), vooral in nominale zinnen met een verzwegen “zijn”, of als het benadrukt is.
In de andere naamvallen verschijnt het persoonlijk voornaamwoord in de vorm van een suffix كُم أو كُنَّ van het werkwoord, het voorzetsel, of van het substantief om de bezitter aan te geven.
Zijn jullie tevreden? / jullie zijn dus de nieuwe studenten/ ik heb jullie geschenken gezien / in jullie brieven / zijn jullie oude vrienden hier ook?
هَل أنْتُم رَضونٌ؟
فأنْتَم الطُلابُ الحُدُدُ
رأيتتُ هَداياكُم
في رَسائلِكُم
هَل أصْدِقاؤُكُمُ القُدَماءُ هُنا أيضاً
De hamza van het meervoud van صَديق, nl. أصْدِقاء, komt terug op een waw in de nominatief (laatste zin), wordt op een waw geschreven in de nominatief, als een ئ na de alif in de accusatief, en blijft in de genitief ( Ayyuha, p. 57 geeft daar toelichting over).