1011 حكي
Vertellen is de kern van deze wortel.
Wortel 484 قصّ heeft ook afleidingen voor “vertellen en verhaal”, maar de eerste betekenis is “knippen”. De verhalen uit Duizend en een nacht worden قِصَص genoemd, het eerste vervolgverhaal of feuilleton.
حَكى vertellen, verhalen
حِكاية verhaal, vertelsel
Met moderne communicatiemiddelen zal dit verhaal overal verspreid worden / het kind wil een verhaal voor het inslapen / hij vertelt leugens, zeker weten //
Hoe zal hij haar overreden om hem alles te vertellen zodat hij begrijpt wat er speelt? ( FDA 224)
وسل - علم - حدث - نشر - ذا - في - كلّ - كون - رود - طفل - قبل - نوم // كذب - بِ - اكد
كيف - قنع - كلّ - امر - فهم - جري
Middel 261 / weten 44 / gebeuren, modern 188 / verspreiden 431 / deze, die 182 / in, te, op 355 / elk, alle 730 / zijn 15 / willen 272 / kind 435 / aanvaarden, voor 79 / slaap 358 / liegen 788 / met, door, bij 612 / zeker 162 //
Hoe 452 / overtuiging, overreden 1346 / elk, alle 730 / emier, zaak 87 / begrijpen 11 / maatregel, gebeuren 501
بِوَسائلِ إعْلامِ حَديثة يَنْشُرونَ هَذِهِ الحِكايةَ في كُلِّ مَكان
يُريدُ الطِفْلُ حِكايةً قَبْل النَوم
يَحْكي أكاذيبً , بِالتأكيد
كَيفَ سَيَقْنَعُها بِأنَّ تَحْكيَ لَهُ كُلَّ الأمورِ لِيَفْهَمَ ما يَجْري؟
Vertellen is de kern van deze wortel.
Wortel 484 قصّ heeft ook afleidingen voor “vertellen en verhaal”, maar de eerste betekenis is “knippen”. De verhalen uit Duizend en een nacht worden قِصَص genoemd, het eerste vervolgverhaal of feuilleton.
حَكى vertellen, verhalen
حِكاية verhaal, vertelsel
Met moderne communicatiemiddelen zal dit verhaal overal verspreid worden / het kind wil een verhaal voor het inslapen / hij vertelt leugens, zeker weten //
Hoe zal hij haar overreden om hem alles te vertellen zodat hij begrijpt wat er speelt? ( FDA 224)
وسل - علم - حدث - نشر - ذا - في - كلّ - كون - رود - طفل - قبل - نوم // كذب - بِ - اكد
كيف - قنع - كلّ - امر - فهم - جري
Middel 261 / weten 44 / gebeuren, modern 188 / verspreiden 431 / deze, die 182 / in, te, op 355 / elk, alle 730 / zijn 15 / willen 272 / kind 435 / aanvaarden, voor 79 / slaap 358 / liegen 788 / met, door, bij 612 / zeker 162 //
Hoe 452 / overtuiging, overreden 1346 / elk, alle 730 / emier, zaak 87 / begrijpen 11 / maatregel, gebeuren 501
بِوَسائلِ إعْلامِ حَديثة يَنْشُرونَ هَذِهِ الحِكايةَ في كُلِّ مَكان
يُريدُ الطِفْلُ حِكايةً قَبْل النَوم
يَحْكي أكاذيبً , بِالتأكيد
كَيفَ سَيَقْنَعُها بِأنَّ تَحْكيَ لَهُ كُلَّ الأمورِ لِيَفْهَمَ ما يَجْري؟