1004 الَّتي
Dit is het betrekkelijk voornaamwoord voor het bepaalde vrouwelijke antecedent: we vertalen het door die, dat.
Als het terugwijst naar een vrouwelijk enkelvoud is er de vorm الَّتي , en voor het meervoud, geldt de vorm اللاتي أو اللَواتي .
Voor de dualis nominatief is اللَّتانِ; voor de genitief en accusatief wordt dat اللَّتينِ .
In de betrekkelijke zin wordt het antecedent herhaald; vaak als verzwegen onderwerp van de werkwoordsvorm, of als persoonssuffix bij de werkwoordsvorm. Voor voorbeelden, zie wortel 1005.
Alles daarover in DM-VP2, 8.6.2.
In het dialect, of onverzorgde taal, wordt het vaak samengetrokken tot illi اِللي ( volgens het FDA).
De meisje dat alles begreep, vertrok onmiddellijk / mijn zus die medicijnen gestudeerd heeft, werkt in het universitair ziekenhuis / zij veroordelen de oorlog die enkel onschuldigen treft //
Ik kan de moeders niet vergeten die hun kinderen verloren hebben in de explosies van Amman ( FDA 3397)
فتو - فهم - كلّ - شيأ - غدر - فور - عمل - اخو - درس - طبّ - في - شفي - جمع - دين - حرب - صوب - فقط - برأ
طوع - نسي - امّ - فقد - فجر - عَمّان
Meisje, jongen 348 / begrijpen 11 / al, ieder 730 / ding, beschikken 137 / vertrekken 288 / onmiddellijk 726 / werken 46 / broer, zus 155 / leren 192 / dokter 36 / in, te, op 355 / verzorgen, hospitaal 344 / samen, universiteit 215 / geloven, veroordelen 6 / oorlog 129 / treffen 583 / alleen maar 399 / onschuldig 1006 //
Kunnen 802 / vergeten 195 / moeder 156 / verliezen 600 / ontploffen 801 / Amman
الفَتاةُ الَّتي فَهِمَت كُلَّ شَيءِ , غادَرَت فَوراً
تَعْمَلُ أُخْتي الَّتي دَرَسَت الطِبَّ , في المُسْتَشْفىِ الجَامِعيّ
يُدانونَ الحَرِبَ الَّتي تُصيبُ فَقَط الأبْرياء
لا أسْتَطيعُ أنَّ أنْسى الأُمَّهاتَ اَلَّواتي فَقَدْنَ أبْناءهُنَّ في تَفْجيراتِ عَمّان
Dit is het betrekkelijk voornaamwoord voor het bepaalde vrouwelijke antecedent: we vertalen het door die, dat.
Als het terugwijst naar een vrouwelijk enkelvoud is er de vorm الَّتي , en voor het meervoud, geldt de vorm اللاتي أو اللَواتي .
Voor de dualis nominatief is اللَّتانِ; voor de genitief en accusatief wordt dat اللَّتينِ .
In de betrekkelijke zin wordt het antecedent herhaald; vaak als verzwegen onderwerp van de werkwoordsvorm, of als persoonssuffix bij de werkwoordsvorm. Voor voorbeelden, zie wortel 1005.
Alles daarover in DM-VP2, 8.6.2.
In het dialect, of onverzorgde taal, wordt het vaak samengetrokken tot illi اِللي ( volgens het FDA).
De meisje dat alles begreep, vertrok onmiddellijk / mijn zus die medicijnen gestudeerd heeft, werkt in het universitair ziekenhuis / zij veroordelen de oorlog die enkel onschuldigen treft //
Ik kan de moeders niet vergeten die hun kinderen verloren hebben in de explosies van Amman ( FDA 3397)
فتو - فهم - كلّ - شيأ - غدر - فور - عمل - اخو - درس - طبّ - في - شفي - جمع - دين - حرب - صوب - فقط - برأ
طوع - نسي - امّ - فقد - فجر - عَمّان
Meisje, jongen 348 / begrijpen 11 / al, ieder 730 / ding, beschikken 137 / vertrekken 288 / onmiddellijk 726 / werken 46 / broer, zus 155 / leren 192 / dokter 36 / in, te, op 355 / verzorgen, hospitaal 344 / samen, universiteit 215 / geloven, veroordelen 6 / oorlog 129 / treffen 583 / alleen maar 399 / onschuldig 1006 //
Kunnen 802 / vergeten 195 / moeder 156 / verliezen 600 / ontploffen 801 / Amman
الفَتاةُ الَّتي فَهِمَت كُلَّ شَيءِ , غادَرَت فَوراً
تَعْمَلُ أُخْتي الَّتي دَرَسَت الطِبَّ , في المُسْتَشْفىِ الجَامِعيّ
يُدانونَ الحَرِبَ الَّتي تُصيبُ فَقَط الأبْرياء
لا أسْتَطيعُ أنَّ أنْسى الأُمَّهاتَ اَلَّواتي فَقَدْنَ أبْناءهُنَّ في تَفْجيراتِ عَمّان