1002 او
Dit is of en er is geen verschil met het Nederlands, behalve in de ontkennende zin waar 'noch' ook door او wordt uitgedrukt.
أم (wortel 1224) betekent ook "of" maar dan is de keuze duidelijk tussen maar twee mogelijkheden.
Latifa of Aïcha heeft de lekkere maaltijd klaargemaakt / je kan het stadscentrum bereiken met de bus of met de tram / hij wil noch eten, noch drinken //
Een omhelzing in het openbaar in een dorp zou kunnen tussen een vader en zijn zoon, of tussen een man en een man, maar het is er nooit tussen een vader en zijn dochter ( FDA 23)
لطف - عيش - حضر - طوع - ركز - مدن - وصل - حفل - تْرام - رود - طعم - شرب //
عنق / إعْناق - علن - ضيع / ضَيعة - كون - ابو - بنو - رجل - لكن - ابد - ليس
Lief 327 / leven 85 / aanwezig, bereiden 558 / kunnen 802 / centrum 7 / stad 341 / aankomen, bereiken 262 / feest, bus 24 / tram / willen 272 / restaurant 38 / drinken 78 //
Nek, omhelzing 1526 / aankondigen, openbaar 637 / zoek, dorp 894 / zijn 15 / vader 154 / dochter 175 / man 186 / maar 650 / eeuwigheid 239 / niet zijn 60
أحْضَرَت لَطيفة أو عيشة الوَجْبةَ اللَزيزة
تَسْتَطيعُ أنْ تَصِلَ إلى مَرْكَز المَدينةِ بِالتْرامِ أو بِالحافِلة
لا يُريدُ طَعاماً أو شَراباً
العِناقُ العَلَنيُّ في الضَيْعةِ قَد يَكونَ بَينَ أبِ وَ اِبْنِهِ أو بَينَ رَجُلِ وَ رَجُلِ وَ لاكِن أبَداً لَيسَ بَينَ أبِ وَ بِنْتِهِ
Kunnen, hier vertaald met اِسْتِطاع , wordt gevolgd door أن en het werkwoord in de aanvoegende wijs (DM-VP2, 5.2.2).
Dit is of en er is geen verschil met het Nederlands, behalve in de ontkennende zin waar 'noch' ook door او wordt uitgedrukt.
أم (wortel 1224) betekent ook "of" maar dan is de keuze duidelijk tussen maar twee mogelijkheden.
Latifa of Aïcha heeft de lekkere maaltijd klaargemaakt / je kan het stadscentrum bereiken met de bus of met de tram / hij wil noch eten, noch drinken //
Een omhelzing in het openbaar in een dorp zou kunnen tussen een vader en zijn zoon, of tussen een man en een man, maar het is er nooit tussen een vader en zijn dochter ( FDA 23)
لطف - عيش - حضر - طوع - ركز - مدن - وصل - حفل - تْرام - رود - طعم - شرب //
عنق / إعْناق - علن - ضيع / ضَيعة - كون - ابو - بنو - رجل - لكن - ابد - ليس
Lief 327 / leven 85 / aanwezig, bereiden 558 / kunnen 802 / centrum 7 / stad 341 / aankomen, bereiken 262 / feest, bus 24 / tram / willen 272 / restaurant 38 / drinken 78 //
Nek, omhelzing 1526 / aankondigen, openbaar 637 / zoek, dorp 894 / zijn 15 / vader 154 / dochter 175 / man 186 / maar 650 / eeuwigheid 239 / niet zijn 60
أحْضَرَت لَطيفة أو عيشة الوَجْبةَ اللَزيزة
تَسْتَطيعُ أنْ تَصِلَ إلى مَرْكَز المَدينةِ بِالتْرامِ أو بِالحافِلة
لا يُريدُ طَعاماً أو شَراباً
العِناقُ العَلَنيُّ في الضَيْعةِ قَد يَكونَ بَينَ أبِ وَ اِبْنِهِ أو بَينَ رَجُلِ وَ رَجُلِ وَ لاكِن أبَداً لَيسَ بَينَ أبِ وَ بِنْتِهِ
Kunnen, hier vertaald met اِسْتِطاع , wordt gevolgd door أن en het werkwoord in de aanvoegende wijs (DM-VP2, 5.2.2).